Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt gemiddeld elke drie weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in UT (Universal Time).
Het zonnestelsel in
De Europese sonde Huygens is op 14 januari succesvol op Titan, de grootste maan van Saturnus, geland. Titan is, na de maan, de planeten Venus en Mars, het vierde hemellichaam waar een sonde zacht geland is. Titan is echter meer dan 7 maal zover van de zon verwijderd als de planeet Mars, en de gemiddelde temperatuur bedraagt er 180 °C onder nul. Titan is de enige maan in ons zonnestelsel met een eigen dampkring, en die bestaat voor het grootste gedeelte uit stikstof, terwijl ook methaan, ethaan en ammoniak vertegenwoordigd zijn. De druk aan het oppervlak is ongeveer 1,5 bar.
Huygens was al op 25 december losgekoppeld van de Amerikaanse Saturnusverkenner Cassini. Om de batterijen te sparen was de sonde geheel uitgeschakeld op een enkele timerklok na. Dit om de batterijen te sparen die de sonde ongeveer 6 uur van energie kunnen voorzien alvorens zij uitgeput zouden raken. Tijdens de afdaling van Huygens passeerde Cassini de maan op een afstand van 60.000 km. In verband met de enorme afstand tussen Titan en de aarde (1,5 miljard km) zond de zwakke antenne van Huygens zijn gegevens eerst na Cassini, welke ze later naar de aarde zou relayeren.
Op 14 januari om 6:51 uur activeerde de timer de systemen van Huygens. Om 10:13 uur vloog de sonde op een hoogte van 1270 km met 18.000 km per uur de dikke Titaniaanse dampkring binnen. Binnen vier minuten was door de enorme wrijving met de dampkring de snelheid afgenomen tot 400 meter per seconde en werd een kleine parachute ontplooid om de sonde te stabiliseren. Twee seconden later werd de achterste beschermingsplaat afgeworpen en werd een grotere parachute met een doorsnede van 8,3 meter ontplooid. Ongeveer 30 seconden later was de snelheid afgenomen tot 90 meter per seconde en werd ook het nu overbodige hitteschild afgeworpen. De zes instrumenten werden geactiveerd en Huygens begon met het overzenden van de gegevens naar Cassini. Om 11:25 uur werd het zwakke bakensignaal van Huygens opgevangen door de Green Bank Telescope in de VS, waarmee al lang voordat Cassini later die dag de verzamelde gegevens van Huygens zou relayeren, bevestigd werd dat de sonde functioneerde.
Gedurende de twee uur die daarop volgende, daalde Huygens langzaam af naar het oppervlak. Op een hoogte van 120 km werd de 8,3 meter parachute losgemaakt en vervangen door een kleiner exemplaar, zodat de totale tijd nodig om het oppervlak te bereiken verkort werd. Gedurende de afdaling maakte de sonde honderden foto’s en verrichtte metingen aan de dampkring. Foto’s genomen van hoogten van enkele tientallen kilometers lieten een landschap zien met rivieren en wellicht zelfs een kustlijn met diverse eilanden in een zee van methaan. Hoewel de interpretatie van de foto’s nog maar net begonnen is, lijkt het er dus op dat voor het eerst op het oppervlak van een ander hemellichaam dan de aarde, een gedeeltelijke bedekking door een vloeistof waargenomen is. Ook duiden geluidsopnames die gemaakt zijn tijdens de afdaling op een regen van methaan.
Omstreeks 13:34 uur kwam de sonde met een snelheid van ongeveer 5 meter per seconde op een relatief harde ondergrond terecht. Daarna bleef Huygens nog gedurende twee uur gegevens en foto’s doorseinen, helemaal tot omstreeks 14:44 uur toen Cassini vanuit de landingsplaats gezien achter de horizon verdwenen was. Hiermee werkte de sonde na de landing langer dan de verwachte 5 tot 30 minuten. Toen de uitzending van Huygens eindelijk gestopt was, draaide Cassini haar grote hoofdantenne naar de aarde, en begon met het overseinen van de gegevens. Hierdoor duurde het zeer lang eer de eerste gegevens op de schermen verschenen in het Europese vluchtleidingscentrum.
De Huygensmissie is hiermee een groot succes geworden, al was er toch een probleem met een van de twee communicatiekanalen met Cassini. Door een relatief simpele fout was een van de twee ontvangers op Cassini niet aangezet, waardoor een gedeelte van de genomen foto’s niet ontvangen werd. Door de aanwezigheid van het reservesysteem konden het merendeel van de gegevens wel ontvangen worden.
Eerder passeerde Cassini op 31 december voor de eerste maal de Saturnusmaan Japetus, op een afstand van 123.400 km.
Op 4 januari was het precies een jaar geleden dat de Marsrover Spirit landde in de krater Gusev op de rode planeet. Het wagentje is ontworpen voor een operationele levensduur van 90 dagen, maar houdt al al meer dan viermaal zo lang uit. Spirit heeft in haar eerste volle jaar bijna 4 km afgelegd, en is momenteel bezig met de beklimming van de Columbia Hills.
De Amerikaanse komeetverkenner Deep Impact is op 12 januari door een Delta-2 raket vanaf Cape Canaveral gelanceerd. Tien minuten na de start bereikten de tweede trap, derde trap en de sonde een parkeerbaan om de aarde op een hoogte van ongeveer 170 km. De tweede en vervolgens de derde trap verhoogden de snelheid totdat de sonde aan de aantrekkingskracht van de aarde ontsnapte en in een baan rond de zon kwam.
Kort nadat Deep Impact van de derde trap was losgemaakt, kwam de computer in een zogenaamde ‘veilige modus’ terecht. In deze modus voert de computer alleen nog maar de absoluut nodige commando’s uit, zoals het ontplooien van de zonnepanelen en antennes. De fout werd veroorzaakt door een temperatuursmeting die iets hoger lag dan verwacht, waardoor de voorgeprogrammeerde limiet overschreden werd. Een dag na de lancering was het probleem opgelost en kon men beginnen met het activeren van de diverse systemen van Deep Impact.
Deep Impact zal op 4 juli 2005 de komeet 9P/Tempel 1 passeren. Tijdens de passage zal een 370 kg zwaar projectiel inslaan op de komeetkern, waarna Deep Impact de vorming van de krater zal onderzoeken. Door dit niet al te zachtzinnige onderzoek hopen Amerikaanse wetenschappers meer te weten te komen over de inwendige structuur van komeetkernen.
Mensen in de ruimte
De Amerikaan Leroy Chiao en de Rus Salizhan Sharipov, die samen de Expeditie-10 bemanning vormen, verblijven sinds 16 oktober 2004 aan boord van het ruimtestation ISS. Het ruimteschip Soyuz TMA-5 is aan de Zarya module gekoppeld en de Progress M-51 zit vast aan de achterzijde van de Zvezda module.
Chiao en Sharipov waren letterlijk de eerste mensen die het nieuwe jaar 2005 mochten verwelkomen. Het ISS passeerde namelijk juist de internationale datumlijn in de Grote Oceaan toen het daar 1 januari werd.
Op nieuwjaarsdag viel de zuurstofgenerator Elektron uit, waardoor Chiao en Sharipov genoodzaakt waren om zuurstof te betrekken uit de aangekoppelde Progress M-51. Op 6 januari kon de Elektron weer worden opgestart, nadat er dampbellen uit het systeem waren verwijderd.
Rusland heeft aangekondigd dat zij van plan zijn om de VS een vergoeding te vragen voor het vervoer van Amerikaanse ruimtevaarders van en naar het ISS. Sinds het ongeluk met de shuttle Columbia in februari 2003, zijn de Russische Soyuz- en Progress-capsules de enige manier om bemanningen en voorraden naar het internationale ruimtestation te brengen. Voor het jaar 2005 zal Rusland een betaling in natura nog accepteren, in de vorm van manuren die Amerikaanse ruimtevaarders dan zouden besteden aan taken in de Russische modules. Voor de daaropvolgende jaren willen de Russen een financiële vergoeding als er Amerikanen in de Soyuz vliegen, net zoals de bijdrage van 12 miljoen euro die ESA betaald voor de vluchten van haar ruimtevaarders.
De Russen hopen om hun segment van het ISS in 2011 volledig geassembleerd te hebben. In 2007 zal een wetenschappelijke module gelanceerd worden, gevolgd in 2009 door een platform met zonnepanelen, en uiteindelijk in 2011 een tweede wetenschappelijke module.
De grote externe tank voor de eerste shuttlelancering na het ongeluk met de Columbia is begin januari gearriveerd op het Kennedy Space Center in Florida. De twee opduwraketten op vaste brandstof zijn inmiddels opgesteld op het mobiele lanceerplatform in het Vehicle Assembly Building. De lancering van de Discovery staat gepland voor 14 mei.
Kunstmanen en satellieten
Technici hebben de meest waarschijnlijke oorzaak gevonden waardoor de eerste Delta-4 Heavy op 21 december 2004 uiteindelijk een veel te lage baan bereikte. Het blijkt dat de motoren van de twee buitenste van de drie Common Booster Cores (CBC’s) die samen de eerste trap vormen, acht seconden te vroeg zijn gestopt. Dit als gevolg van een sensor die aangaf dat de brandstoftanks leeg zouden zijn, terwijl dat in werkelijkheid niet zo was. De sensor werd mogelijk beïnvloed door dampbellen in het systeem. Hoewel de sensor enkele seconden later aangaf dat er zich toch nog brandstof in de tanks bevond, waren de motoren toen al uitgeschakeld. Ook de motor van de centrale CBC stopte negen seconden te vroeg, waardoor de raket 500 meter per seconde te weinig snelheid had toen de tweede trap begon te werken. Bij de lancering gingen twee kleine satellietjes ontwikkeld door Amerikaanse universiteiten verloren, en een massamodel van een zware satelliet kwam in een veel te lage baan.
Recente lanceringen
- 2005 Jan 12 • 18:47 UT • Lanceerplaats: Cape Canaveral • Draagraket: Delta-2
- Deep Impact • Massa: 1020 kg • Volgnr.: 2005-001A
Amerikaanse sonde die op 4 juli 2005 de komeet 9P/Tempel 1 zal passeren. Op 4 juli 2005 zal Deep Impact de komeetkern passeren waarbij een projectiel zal inslaan op de kern. Door dit niet al te zachtzinnige onderzoek hoopt men meer te weten te komen over de inwendige structuur van komeetkernen.
- Deep Impact • Massa: 1020 kg • Volgnr.: 2005-001A