Bericht uit de ruimte – Nummer 51

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de drie weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op 19 april om 03:19 uur GMT werd het ruimteschip Soyuz TMA-4 gelanceerd met aan boord de Rus Gennadi Padalka, de Amerikaan Michael Fincke, en André Kuipers, de tweede Nederlandse ruimtevaarder. De lancering kreeg natuurlijk veel aandacht in de Nederlandse media. Zo konden televisiekijkers die de moeite hadden genomen om vroeg op te staan, tijdens de negen minuten durende klim rechtstreekse beelden van de ruimtevaarders in de capsule zien. Acht minuten na de start kwam de Soyuz TMA-4 netjes in de geplande initiële baan tussen 199,5 en 251,7 km. De hoek van de baan met de evenaar bedroeg 51,6 graden, zodat het ruimtevaartuig zich in hetzelfde baanvlak bevond als het ruimtestation ISS.
Direct nadat de gewichtsloosheid was ingetreden, begonnen de drie ruimtevaarders met het controleren en activeren van de diverse systemen van de Soyuz. Zo werden de zonnepanelen en de diverse antennes met succes ontplooid. Daarna trokken ze hun omvangrijke ruimtepakken uit en vervingen deze voor lichtere vluchtoveralls. Ook werd het luik naar de leefmodule van de Soyuz geopend, zodat de ruimtevaarders wat meer ruimte hadden. Die extra ruimte was betrekkelijk, want in de leefruimte was ook nog apparatuur meegenomen die Kuipers zou gaan gebruiken tijdens de diverse experimenten in het ruimtestation.
Nadat het Soyuz in de ruimte was gekomen begon het spel van de baanmechanica, en de twee daarop volgende dagen werden de motoren van de Soyuz verschillende malen ontstoken om het ruimtestation ISS te benaderen. Op het moment van de lancering bevond dat zich in een baan op gemiddeld 375 km hoogte boven het aardoppervlak. Al tijdens de twee dagen durende reis voerde Kuipers een tweetal proeven uit. Zo filmde hij de gevolgen van gewichtsloosheid op het menselijk lichaam, en verrichte hij onderzoek naar de invloed van zwaartekracht op bepaalde eiwitten die weer een grote rol spelen bij het optreden van auto-immuunziekten.
Op woensdag 21 april begonnen de rendez-vous operaties. Het automatische geleidingssysteem loodste de Soyuz TMA-4 naar de radiale koppelpoort van de Zarya module van het ISS. Het oplijnen van beide ruimtevaartuigen verliep geheel automatisch en om 05:01 uur GMT maakte de Soyuz contact met het ruimtestation. Na de koppeling had het ISS met de aangekoppelde Soyuz TMA-3, TMA-4 en de Progress M1-11, een totale massa van 188,1 ton. Bijna anderhalf uur later zwaaide de luiken open en werd André Kuipers, die als eerste het ruimtestation binnenzweefde, begroet door Alexander Kaleri en Michael Foale. Kaleri en Foale verblijven al sinds oktober 2003 in het ruimtestation, en de aankomst van de Soyuz TMA-4 hield in dat hun missie er bijna op zit. Op 30 april zullen zij namelijk met Kuipers naar de aarde terugkeren. Padalka en Fincke vormen dan de nieuwe stambemanning, alweer de negende expeditie, van het ruimtestation dat sinds 2 november 2000 permanent bemand is.
Kort na de koppeling verzamelden alle vijf de ruimtevaarders zich in de Zvezda woonmodule, alwaar Kuipers via een directe televisieverbinding door diverse hoogwaardigheidbekleders werd toegesproken. Onder andere de Nederlandse premier Balkenende die Kuipers feliciteerde met de geslaagde vlucht naar het ISS. Veel gelegenheid kreeg Kuipers niet om te wennen aan zijn nieuwe omgeving. Binnen de drie uur nadat de luiken waren opengegaan, werd het eerste experiment geactiveerd in de glovebox in de Destiny module. Hierbij werd Kuipers geassisteerd door Foale die het HEAT experiment, dat onderzoek aan warmteoverdracht behelst, al voor de komst van de Soyuz TMA-4 in het werkvolume van de glovebox had opgesteld. Wel bleek dat het voor het experiment benodigde apparatuur niet helemaal goed aansloot op de glovebox faciliteit, wat het onderzoek enigszins nadelig beïnvloedde.
Nog diezelfde eerste dag werd de zetel van Kuipers van de Soyuz TMA-4 overgebracht naar de TMA-3, het oudere ruimteschip dat aan de Pirs luchtsluis gekoppeld was. Vanaf dat moment vormde Kuipers met Kaleri en Foale officieel een bemanning; hij zal immers met hen naar de aarde terugkeren. Nieuwkomers Padalka en Fincke vormden nu officieel de nieuwe hoofdbewoners van het ruimtestation.
Op donderdag 22 april startte Kuipers en 70,000 scholieren in Nederlandse basisscholen gezamenlijk het SEEDS experiment. Tijdens een directe televisieverbinding konden de leerlingen Kuipers in het ruimtestation zien, terwijl hij het experiment startte waarin raketsla gekweekt wordt. De scholieren startten in de leslokalen hun eigen SEEDS experimenten, waarmee ze zullen proberen vast te stellen welke invloed zwaartekracht en licht op de groei van de plantjes heeft. Nog diezelfde dag werd het HEAT experiment in de glovebox afgerond en de apparatuur werd uit de glovebox verwijderd.
Al op de eerste dag dat de nieuwe hoofdbemanning aan boord was, werden ze geconfronteerd met een technisch probleem; een van de vier Amerikaanse gyroscopen was namelijk uitgevallen. Deze gyroscopen regelen de stand van het ruimtestation, en er zijn er minimaal twee nodig om het systeem operationeel te houden. Al in juni 2002 was er een gyroscoop uitgevallen, en een nieuwe zou in maart 2003 met een shuttle worden aangevoerd, maar door het ongeluk met de Columbia staat deze nog steeds op de grond.
Bij de gyroscoop die woensdag faalde, viel gelukkig alleen de regelelektronica uit en is er geen schade aan het 700 kg zware rotatiemechanisme. Omdat er wel een reserve set regelelektronica aan boord is, overweegt NASA nu om Padalka en Fincke binnen enkele weken een extra ruimtewandeling te laten maken om deze elektronica te vervangen. De gyroscopen zijn in een open structuur aan de buitenkant van het Amerikaanse gedeelte van het ruimtestation ondergebracht, zodat een ruimtewandeling noodzakelijk is om de elektronica uit te wisselen. Mocht er onverhoopt toch een derde gyroscoop uitvallen, dan kan de standregeling altijd nog met stuurraketjes op de Russische modules verzorgd worden. Met de huidige brandstofreserves kan dat gedurende ongeveer zes maanden gebeuren.
De experimenten die Kuipers nu uitvoert worden gelukkig niet beïnvloedt door de technische problemen met het ruimtestation. Kuipers zal op 30 april samen met Kaleri en Foale in de oude Soyuz TMA-3 naar de aarde terugkeren. De landing staat gepland om omstreeks 02:00 uur Nederlandse tijd (00:00 uur GMT).

Het zonnestelsel in

De Amerikaans/Europese ruimtetelescoop Hubble heeft 35 foto’s genomen van de recent ontdekte miniplaneet Sedna, die buiten de baan van Pluto rond de zon draait. Astronomen konden op de foto’s geen begeleider ontdekken. Dat was onverwacht omdat Pluto wel een relatief grote maan, Charon, heeft. Charon remt Pluto als het ware af, zodat deze eens in de 6,9 dagen rondom haar eigen as draait. Sedna bleek bij haar ontdekking ook een trage rotatie te hebben zodat de aanwezigheid van een maan aangenomen werd. Astronomen schatte de rotatieperiode nu tussen de 20 en 50 dagen, waarmee Sedna na de planeten Mercurius en Venus het traagst draaiende object in het zonnestelsel is. De trage rotatie van Mercurius en Venus wordt veroorzaakt door de nabij staande zon, wat het mysterie van Sedna alleen maar groter maakt.

Recente lanceringen

  • 16 april 2004 – 00:45 GMT – Lanceerplaats: Cape Canaveral – Draagraket: Atlas-2AS
    • Superbird-6Massa: 3100 kg – Int. Nr.: 2004-011A
      Deze door Boeing gebouwde communicatiesatelliet zal midden juni haar geostationaire positie op 158 graden oosterlengte bereiken. Het in Japan gevestigde Space Communications zal met de kunstmaan telecommunicatiediensten tussen Japan, Australië, Micronesië, Hawaii, Taiwan, Zuid-Korea en Nieuw-Zeeland gaan verzorgen.
  • 18 april 2004 – 15:59 GMT – Lanceerplaats: Xichang – Draagraket: CZ-2C
    • Shiyan-1Massa: 204 kg – Int. Nr.: 2004-012A
      Deze door het Harbin Instituut voor Technologie ontwikkelde aardobservatiesatelliet, heeft een stereocamera aan boord om de natuurlijke rijkdommen beter in kaart te kunnen brengen.
    • Naxing-1Massa: 25 kg – Int. Nr.: 2004-012B
      Met Naxing-1 (Chinees voor ‘kleine satelliet’) worden verschillende nieuwe technologieën getest, die speciaal voor de kleinere kunstmanen interessant zijn.
      Zowel de Shiyan-1 en Naxing-1 komen in een bijna cirkelvormige baan tussen 599 en 615 km. De baan maakte een hoek van 97,7 graden met de evenaar, zodat deze bijna over de polen liep.
  • 19 april 2004 – 03:19 GMT – Lanceerplaats: Baykonur – Draagraket: Soyuz-FG
    • Soyuz TMA-4Massa: 7250 kg – Int. Nr.: 2004-013A
      Bemand ruimteschip met drie ruimtevaarders aan boord. Twee dagen na de lancering koppelde de Soyuz aan het ISS. Zie verder hierboven.
  • 20 april 2004 – 16:57 GMT – Lanceerplaats: Vandenberg – Draagraket: Delta-2
    • Gravity Probe-BMassa: 3314 kg – Int. Nr.: 2004-014A
      Na een ontwikkeling van maar liefst veertig jaar, zullen wetenschappers met de Gravity Probe-B proberen eindelijk het door Einstein voorspelde relativistische effect waar te nemen dat licht van een ver verwijderde ster door de aswenteling van de aarde een beetje wordt afgebogen. Hiervoor zal men gedurende een jaar de ster IM Peg observeren, en de positieverandering van de ster ten opzichte van vier gyroscopen bepalen. Om een zo stabiel mogelijk referentiekader voor de metingen te verkrijgen worden de gyroscopen tot -271 graden Celsius gekoeld. De kunstmaan werd door de Delta raket in een baan tussen 641 en 645 km hoogte gebracht met een inclinatie van 90,01 graden.

Bericht uit de ruimte – Nummer 50

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de drie weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

In april wordt André Kuipers de tweede Nederlandse ruimtevaarder als hij aan boord van een Russische Soyuz capsule naar het International Space Station vliegt. Doel van de vlucht is om de aan het station gekoppelde oude Soyuz te vervangen, en het aflossen van de vaste bemanning. Kuipers zal dan na tien dagen met de huidige ISS bemanning terug keren naar de aarde. Gedurende de week dat Kuipers aan boord van het ruimtestation is, zal hij experimenten uitvoeren in het kader van de DELTA-missie. Hieronder de belangrijkste gebeurtenissen:

  • Lancering: 19 april 2004 (05:18 uur Nederlandse tijd of 03:18 uur GMT)
    De Soyuz TMA-4 vertrekt vanaf de basis Baykonur in Kazachstan met de Expeditie-9 (commandant Gennadi Padalka en boordingenieur Michael Fincke) richting ruimte.
  • Koppeling: 21 april 2004 (07:12 uur Nederlandse tijd of 05:12 uur GMT)
    De Soyuz TMA-4 zal aan de Zarya module van het ISS koppelen.
  • Landing: 30 april 2004 (02:20 uur Nederlandse tijd of 00:20 uur GMT)
    Kuipers keert met de huidige bemanning van het ISS (Foale en Kaleri) aan boord van de Soyuz TMA-3 terug naar de aarde. De landing zal plaatsvinden op de steppe in Kazachstan, niet ver van de plaats Arkalyk. Padalka en Fincke blijven aan boord van het ISS, en zullen in oktober naar de aarde terugkeren.

Het International Space Station wordt bewoond door de Amerikaan Michael Foale en de Rus Aleksandr Kaleri, die samen Expeditie-8 vormen. Het ruimteschip Soyuz TMA-3 is gekoppeld aan de Pirs module, en de vrachtcapsule Progress M1-11 zat vast aan de achterste koppelpoort van de Zvezda woonmodule.
Op zaterdag 20 maart werd de gerepareerde zuurstofgenerator Elektron weer opgestart en bleef nu zonder problemen werken. In de tweede helft van maart laden de twee mannen overbodige spullen en afval in de Progress M1-11, als voorbereiding tot de loskoppeling van deze vrachtvaarder in mei. Ook werden twee nieuwe Russische Orlan-M ruimtepakken aan een grondige inspectie onderworpen. De nieuwe Expeditie-9 bemanning zal gedurende hun verblijf drie ruimtewandelingen vanuit de Pirs luchtsluis uitvoeren. Ook gebruikte Foale de camera’s op de Canadarm-2 manipulator om de buitenkant van het ruimtestation te inspecteren.

Het zonnestelsel in

Wetenschappers hebben het tot nu verst van de zon verwijderde object in ons zonnestelsel ontdekt. Het naar de Inuit god van de oceaan genoemde hemellichaam, Sedna, is met gemiddeld 13 miljard kilometer drie maal zover van de zon verwijderd als de planeet Pluto. Hoewel de baan van Sedna nog niet precies bekend is, doet zij waarschijnlijk maar liefst 10.500 jaar over een enkele omloop. De baan van Sedna is sterk elliptisch en toevalligerwijs staat zij nu nabij punt van haar baan dat het dichtst bij de zon is. Het verste punt van haar baan ligt op maar liefst 130 miljard kilometer van de zon (vergelijk: de aarde staat 150 miljoen kilometer van de zon). Sedna zou een doorsnede hebben van 1700 kilometer, iets kleiner dan Pluto.
Is hiermee Sedna de tiende planeet van ons zonnestelsel? Nee, de afgelopen tien jaren hebben astronomen honderden kleine ijsachtige hemellichamen net voorbij de baan van Pluto ontdekt. De in 1930 ontdekte Pluto zou eigenlijk gewoon het grootste lid van deze zogenaamde Kuipergordel zijn. Sedna zou mogelijkerwijs ook onderdeel van deze Kuiper-gordel zijn, of wellicht een lid van een hypothetische nog verder weg gelegen en tot op dusver niet waargenomen Oort-gordel.

De Europese sonde Mars Express, die zich sinds 25 december 2003 in een baan om de rode planeet bevindt, heeft in de dampkring van Mars kleine hoeveelheden methaan gevonden. Hoewel de gevonden concentratie zeer klein is, is de aanwezigheid van dit gas in de dampkring moeilijk te verklaren voor de wetenschappers. De aanwezigheid van methaan zou een belangrijke aanwijzing kunnen zijn voor de aanwezigheid van leven op Mars in het verleden.

Na Mars Express en Opportunity, heeft nu Spirit op haar landingsplaats in de Gusev krater aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van vloeibaar water in het verleden. In tegenstelling tot de grote hoeveelheden vloeibaar water op de landingsplaats, Meridiani, van Opportunity, gaat het in het geval van de Gusev krater om veel kleinere hoeveelheden. Spirit vond de aanwijzingen in neergeslagen materiaal aan het oppervlak van een kleine rots, die Mazatzal is genoemd. Mazatzal ligt aan de rand van de Bonneville krater, op enkele honderden meters van de landingsplaats van de Spirit. De Spirit heeft de afgelopen weken gebruikt om de weg van de landingsplaats naar de Bonneville krater af te leggen.

De lancering van de Amerikaanse Messenger naar de binnenste planeet Mercurius is tien weken uitgesteld tot op zijn vroegst 30 juli 2004. De reden hiervoor is dat de sonde niet op tijd gereed kon worden gemaakt voor het eerste 12-daagse lanceervenster dat op 11 mei begint. Het tweede lanceervenster duurt van 30 juli tot 13 augustus.
Als Messenger is mei gelanceerd was zou deze in juli 2009 in een baan om Mercurius gekomen zijn, na in november 2004, augustus 2005 en oktober 2006 de planeet Venus gepasseerd te zijn, waarna nog twee passages van Mercurius zouden volgen in oktober 2007 en juli 2008.
Nu zal Messenger een jaar na de lancering eerst weer de aarde passeren, waarna twee passages van Venus volgen, in oktober 2006 en juni 2007. Daarna vliegt Messenger driemaal langs Mercurius (januari 2008, oktober 2008 en september 2009) waarna de sonde in maart 2011 in een baan rond de planeet kan worden gebracht.

Kunstmanen en satellieten

Op 27 maart voerde de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA voor de eerste keer een succesvolle testvlucht uit met een door een scramjet aangedreven toestel, de X-43A. De onbemande X-43A werd samen met de eerste trap van een Pegasus raket door een vliegtuig afgeworpen, waarna de Pegasus de X-43A versnelde tot de gewenste snelheid waarop de scramjet kon worden ingeschakeld. De scramjet werkte gedurende tien seconden, en hiermee werd voor het eerst een luchtinademende motor gevlogen bij zevenmaal de geluidssnelheid en op een hoogte van 30 kilometer. De scramjet is een kruising tussen een raketmotor, die de voor verbranding benodigde zuurstof uit de tanks van de raket betrekt, en een straalmotor die de zuurstof uit de omringende lucht gebruikt. Grootste probleem bij de ontwikkeling van de scramjet is de supersone luchtstroom die de motor binnenkomt. Met deze testvlucht lijkt NASA dat probleem nu grotendeels onder de knie te hebben.

Recente lanceringen

  • 13 maart 2004 – 05:40 GMT – Lanceerplaats: Cape Canaveral – Draagraket: Atlas-3A
    • MBSATMassa: 4143 kg – Int. Nr.: 2004-007A
      MSBAT gaat het communicatieverkeer zoals digitale audio en multimedia verzorgen voor mobiele telefoon en computergebruikers in Japan. De kunstmaan gebruikte haar eigen motor om de geostationaire positie op 144 graden oosterlengte te bereiken. In een geostationaire baan lijkt de kunstmaan stil te hangen ten opzichte van de aarde zodat deze als een zeer hoge zendmast kan fungeren.
  • 15 maart 2004 – 23:06 GMT – Lanceerplaats: Baykonur – Draagraket: Proton-M/Breeze-M
    • Eutelsat-W3AMassa: 4250 kg – Int. Nr.: 2004-008A
      Deze door Astrium gebouwde satelliet zal communicatieverkeer tussen Europa, Afrika en het Midden-Oosten gaan verzorgen. De Breeze-M bracht de Eutelsat-W3A in een geostationaire overgangsbaan. De kunstmaan gebruikte vervolgens haar eigen motor om een geostationaire positie op 7 graden oosterlengte te bereiken.
  • 20 maart 2004 – 17:53 GMT – Lanceerplaats: Cape Canaveral – Draagraket: Delta-2
    • Navstar GPS 2R-11Massa: 2032 kg – Int. Nr.: 2004-009A
      Dit is de vijfigste kunstmaan ten behoeve van het Amerikaanse Global Positioning System (GPS) navigatienetwerk. De door Lockheed Martin gebouwde kunstmaan werd uiteindelijk in een cirkelvormige baan op 20.372 km hoogte boven het aardoppervlak gebracht. De baan maakte een hoek van 55 graden met de evenaar.
  • 27 maart 2004 – 03:30 GMT – Lanceerplaats: Baykonur – Draagraket: Proton-K/DM2
    • Kosmos-2406Massa: 2000 kg ? – Int. Nr.: 2004-010A
      Dit is een Russische militaire satelliet waarvan het doel niet bekend is gemaakt. De kunstmaan is in een geostationaire baan gebracht wat erop duidt dat het een militaire communicatiesatelliet is of speurt naar lanceringen wereldwijd om zodoende een tijdige waarschuwing te kunnen afgeven.

Bericht uit de ruimte – Nummer 49

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de drie weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het International Space Station wordt bewoond door de Amerikaan Michael Foale en de Rus Aleksandr Kaleri, die samen Expeditie-8 vormen. Het ruimteschip Soyuz TMA-3 is gekoppeld aan de Pirs module, en de vrachtcapsule Progress M1-11 zat vast aan de achterste koppelpoort van de Zvezda woonmodule.
Kaleri en Foale maakte op 26 februari een ruimtewandeling, de eerste buiten het complex sinds april 2003. Om 21:17 uur ging het luik van de Pirs luchtsluis open, en begonnen de mannen aan het uitstapje dat zes uur had moeten duren. Nadat ze materiaalexperimenten die aan de Zvezda module bevestigd waren verplaatst hadden, installeerden ze een Europees experiment, Matroshka, aan de buitenzijde van het ruimtestation. Matroshka is een kunstmatige reproductie van een menselijk torso en hoofd, en is bedoeld om een beter beeld te krijgen van de stralingsdoses op diverse plaatsen in het lichaam van een ruimtewandelaar.
Ongeveer drie uur nadat de ruimtewandeling was begonnen, kreeg Kaleri problemen met zijn ruimtepak wat resulteerde in hevige condensatie aan de binnenkant van zijn helm, en besloten vluchtleiders de wandeling af te breken. Om 01:13 uur waren de beide mannen terug in de Pirs luchtsluis en werd deze weer op druk gebracht. Nadat de mannen hun ruimtepakken hadden uitgetrokken bleek dat een geknikte slang ervoor gezorgd had dat de koeling in het pak van Kaleri was uitgevallen, maar desondanks was de kosmonaut nooit in echt gevaar geweest. Door het vroegtijdig afbreken van de ruimtewandeling, moest het installeren van rendez-vousapparatuur, die in 2005 voor de koppeling met de eerste Europese vrachtcapsule ATV gebruikt zal worden, uitgesteld worden tot een volgend uitstapje.
De dagen erna hervatte de ruimtebewoners hun normale werkzaamheden. Naast het uitvoeren van de diverse experimenten, verrichtten ze ook het nodige onderhoud en reparaties. Vooral de life support systemen in de Russische woonmodule Zvezda vroegen om de nodige aandacht. Zo werd na een defect de Elektron zuurstofgenerator tijdelijk uitgeschakeld en werd de benodigde zuurstof direct uit de voorraadtanks van Progress M1-11 betrokken. Ook verving Foale de slang naar het grote venster in de Destiny module, die eerder dit jaar was gaan lekken. Opmerkelijk feitje in de ISS Status Reports van NASA was dat maandag 8 maart (Internationale Vrouwendag) blijkbaar ook een extra rustdag was voor de twee mannen aan boord van het ruimtestation!
Op 11 maart bevond het ISS zich in een baan tussen 361,3 en 375,8 kilometer boven het aardoppervlak, terwijl de hoek met de evenaar 51,6 dragen bedroeg. Eens in de 91,9 minuten draaide het ruimtestation om de aarde.

Yuri Koptev, hoofd van de Russische ruimtevaartorganisatie RKA, heeft op 17 februari bekend gemaakt dat er plannen zijn voor een nieuwe herbruikbare capsule die tot zes kosmonauten kan vervoeren van en naar een lage baan om de aarde. Het bedrijf Energia zou al gedetailleerde plannen hebben voor deze opvolger van de Soyuz, onder de naam Klipper, die een massa tussen de 12 en 14 ton zal gaan hebben.

NASA heeft bekend gemaakt dat de lancering van de eerstvolgende shuttlevlucht uitgesteld is tot op zijn vroegst 6 maart 2005. Ook zal deze STS-114 missie nu met de shuttle Discovery gevlogen worden in plaats van de Atlantis. De shuttle Endeavour vliegt dan missie STS-121, terwijl de Atlantis gereed gehouden worden voor een eventuele reddingsvlucht als de bemanning van de Discovery of de Endeavour in de ruimte mochten stranden. In zo’n noodgeval zou de bemanning van de gestrande shuttle dan een veilig onderdak kunnen zoeken aan boord van het ISS terwijl de Atlantis gereed gemaakt wordt om hen op te halen. Deze reddingsvlucht staat bekend als missie STS-300.

Ook de ontwikkeling van Europa’s ATV bevoorradingscapsule verloopt langzamer als verwacht en de eerste vlucht is met minimaal een half jaar vertraagd tot het voorjaar van 2005. De ATV kan bijna tien ton aan voorraden naar het ISS brengen.

Het zonnestelsel in

Op 2 maart werd eindelijk na tweemaal uitgesteld te zijn, Europa’s komeetverkenner Rosetta gelanceerd. De lancering vond plaats vanaf de basis Kourou in Frans-Guyana. Negen minuten na de start kwamen de tweede trap en de sonde in een parkeerbaan om de aarde, tussen 200 en 4000 kilometer hoogte. Om 9:14 uur GMT, bijna twee uur na de lancering, werd de tweede trap ontstoken voor een duur van 17 minuten. Hierdoor ontsnapte Rosetta definitief aan de aantrekkingskracht van de aarde en kwam zij in een baan om de zon terecht.
Nadat de tweede trap haar dienst had gedaan werd deze afgeworpen. Rosetta ontplooide vervolgens haar zonnepanelen. Op 3 maart werd een parabolische antenne ontplooid waarmee Rosetta later in de missie, als zij honderden miljoenen kilometers van de aarde verwijderd is, haar gegevens kan doorzenden. Diezelfde dag werd ook de correctiemotor van Rosetta eventjes getest waardoor de snelheid met 1 meter per seconde toenam.
Omdat Rosetta niet direct naar de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko kan vliegen maakt zij gebruik van de aantrekkingskracht van de diverse planeten. Zo zal zij in maart 2005 de aarde passeren, in februari 2007 Mars, waarna in november 2007 en november 2009 weer twee passages van de aarde zullen volgen. Hierdoor krijgt Rosetta voldoende snelheid om de komeet ter hoogte van de baan van Jupiter (op 800 miljoen kilometer van de zon) te benaderen.
Kometen zijn de best bewaarde overblijfselen uit de periode dat het zonnestelsel 4,6 miljard jaar geleden ontstond. Door kometen langdurig van dichtbij te bestuderen hopen wetenschappers meer te weten te komen over de vroegste perioden van ons zonnestelsel. Rosetta is genoemd naar een plaats in Egypte waar eind 18-de eeuw een tableau werd gevonden met zowel Grieks schrift als Egyptische hiërogliefen. Deze “Steen van Rosetta” stelde onderzoekers in staat de oude beschaving van Egypte te onderzoeken aan de hand van de hiërogliefen in de graftomben en piramiden. Wetenschappers bij ESA hopen dat de sonde Rosetta eenzelfde doorbraak bij het onderzoek van het zonnestelsel kan bewerkstellingen.

De Marswagentjes Spirit en Opportunity gaan intussen rustig door met hun werk. Na de ontdekking van de aanwezigheid van water op Mars door de Europese Mars Express (zie ook nummer 48 van Bericht uit de Ruimte) ontdekte de Opportunity nabij haar landingsplaats gesteente dat alleen in de aanwezigheid van grote hoeveelheden water gevormd kan zijn. Een duidelijke aanwijzing dat er in het verleden stromend water op het oppervlak van Mars aanwezig moet zijn geweest.

Kunstmanen en satellieten

Op 23 februari zijn zes mensen om het leven gekomen op de Indiase lanceerbasis Shiharikota, toen een segment van een vastebrandstofraket plotseling ontbrandde. Het segment werd op het moment van het ongeluk gereed gemaakt om naar een andere locatie op de lanceerbasis getransporteerd te worden. Indiase ruimtevaartofficials hebben bekend gemaakt dat het ongeluk geen invloed zal hebben op geplande lanceringen.

Recente lanceringen

  • 18 Feb 2004 – 07:05 GMT – Lanceerplaats: Plesetsk – Draagraket: Molniya
    • Kosmos-2405Massa: 1900? kg – Int. Nr.: 2004-005A
      De Kosmos-2405 is een militaire communicatiesatelliet die in een sterk elliptische baan werd gebracht. De start van de Molniya raket (de viertraps variant van de Soyuz) werd bijgewoond door de Russische president Putin. Deze lancering maakte deel uit van de grootste Russische militaire oefening sinds het uiteen vallen van de Sovjet-Unie in 1991.
      Diezelfde dag mislukte de lancering van een intercontinentale ballistische raket vanaf een onderzeeër gestationeerd in de Barentszzee, terwijl vanaf Baykonur en Plesetsk nog twee ballistische raketten werden gelanceerd.
  • 2 Mrt 2004 – 07:17 GMT – Lanceerplaats: Kourou – Draagraket: Ariane-5+
    • RosettaMassa: 3111 kg – Int. Nr.: 2004-006A
      Rosetta is een Europese sonde die in de zomer van 2014 in een baan om de komeet 67P/Churyumov-Gerasimenko gebracht zal worden. In november 2014 zal het landertje Philae op het oppervlak worden neergelaten (zie verder boven onder Het zonnestelsel in).
      Deze lancering was tevens de eerste vlucht van de Ariane-5+ (niet te verwarren met de Ariane-5ECA of -ECB), met een gemodificeerde tweede trap.

Bericht uit de ruimte – Nummer 48

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de drie weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Aan het begin van het nieuwe jaar werd het International Space Station bewoond door de Amerikaan Michael Foale en de Rus Aleksandr Kaleri, die samen Expeditie-8 vormen. Het ruimteschip Soyuz TMA-3 was gekoppeld aan de Pirs module, en de vrachtcapsule Progress M-48 zat vast aan de achterste koppelpoort van de Zvezda woonmodule.
In de eerste week van januari bleek dat de luchtdruk in het station geleidelijk daalde, wat duidde dat er ergens in het complex een klein lek aanwezig was. Op 11 januari werd het lek eindelijk gelokaliseerd in een slang verbonden met het grote venster in het Destiny laboratorium. De slang wordt gebruikt om de lucht te ventileren tussen de verschillende glasbladen waaruit het venster is opgebouwd, om zo condensatie te voorkomen. Foale slaagde erin het lek te dichten, waarna het station weer op de normale luchtdruk werd gebracht.
De Progress M-48 ontkoppelde op 28 januari om 08:36 uur. Twee omlopen later ontstak de Progress M-48 haar motoren en verbrandde korte tijd later in de atmosfeer boven de Grote Oceaan.
Daags daarna werd de Progress M1-11 gelanceerd en op 31 januari om 13:15 uur koppelde deze aan de achterste koppelpoort van de Zvezda module. De Progress M1-11 bracht nieuwe voorraden naar het ruimtestation, twee nieuwe Russische Orlan-M ruimtepakken, rendez-vous apparatuur voor de in 2005 te lanceren Europese bevoorrader ATV. Aan boord bevond zich ook het experimentenpakket die de Nederlander Andre Kuipers zal gaan gebruiken in het kader van de DELTA-missie in april.

Op 14 januari presenteerde de Amerikaanse president George W. Bush de toekomstvisie voor het Amerikaanse bemande ruimtevaartprogramma. Hoewel het plan weer een duidelijk doel aan de NASA activiteiten kan geven, lijkt het aan de financiële ondersteuning te mankeren, en zijn er ook geen definitieve data vastgesteld waarop de doelstellingen verwezenlijkt zou moeten zijn. Sommige analisten suggereren dan ook dat deze toekomstvisie eerder gezien moet worden in het kader van de verkiezingsstrijd van de volgende Amerikaanse president later dit jaar. Hieronder enkele details van het gepresenteerde plan (naar J. McDowell):

  • Onbemande maansondes en landers vanaf 2008.
  • Een nieuw te ontwikkelen Crew Exploration Vehicle (CEV) zal onbemand getest gaan worden vanaf 2008. De ontwikkeling van de CEV staat inmiddels bekend als Project Constellation.
  • De assemblage van het internationale ruimtestation ISS wordt afgerond in 2010.
  • Vervolgens zal de space shuttle in 2010 uit de actieve dienst genomen worden.
  • De CEV zal vanaf 2014 bemande vluchten naar het ISS gaan uitvoeren. In de vier jaar tussen het uit de vaart nemen van de shuttle en de ingebruikname van CEV, zullen bemanningen van en naar het ISS getransporteerd worden door middels van niet-Amerikaanse ruimteschepen zoals de Russische Soyuz.
  • CEV zal bemande maanmissies gaan uitvoeren ergens tussen 2015 en 2020.
  • Er is geen Amerikaans budget voorzien voor het ISS programma na 2016.
  • Bemande missies naar Mars en verder nadat de terugkeer van mensen naar de maan verwezenlijkt is.
  • Internationale participatie is gewenst (doch niet nadrukkelijk).
  • Het budget van NASA (jaarlijks 15 miljard dollar) wordt verhoogd met 1 miljard dollar per kalenderjaar. De rest van het benodigde geld zal verkregen moeten worden door het o.a. vroegtijdig beëindigen van de shuttle en ISS programma’s.

Op 16 januari maakte NASA bekend dat de vierde en vijfde servicevlucht van de shuttle naar de Hubble ruimtetelescoop geannuleerd zijn. De reden hiervoor is dat na het ongeluk met de Columbia alle shuttlevluchten naar het ISS zullen gaan, zodat de bemanning een veilig heenkomen kunnen zoeken mocht de shuttle niet in staat zijn terug te keren naar de aarde. Men verwacht dat de ruimtetelescoop nog drie tot vier jaar zal kunnen blijven functioneren. Omstreeks 2011 zal de Hubble een ongecontroleerde terugkeer in de aardse dampkring maken en grotendeels opbranden.

Het zonnestelsel in

Op 4 januari om 04:35 uur GMT is de Amerikaanse rover Spirit succesvol op Mars geland in de Gusev krater. De Spirit was direct vanuit haar interplanetaire baan met meer dan 19.000 kilometer per uur de atmosfeer binnengevlogen waarna een parachute en airbags voor een zachte landing zorgden. Tijdens de afdaling werden de signalen van Spirit gerelayeerd door de Mars Global Surveyor en Mars Odyssee kunstmanen in een baan rond de rode planeet, zodat vluchtleiders het verloop van de afdaling konden volgen. Door de afstand tussen Mars en aarde duurde het 9 minuten en 28 seconden voor het signaal bij de aarde aankwam.
Na de landing bleek dat Spirit was met de bodemplaat naar beneden tot stilstand gekomen, wat het intrekken van de airbags en het openklappen van de zijpanelen alleen maar makkelijker maakte. Binnen een uur was dit gebeurd en begon Spirit met het maken van de eerste foto’s van het landingsterrein.
Op 15 januari rolde de Spirit van het landingsplatform op het oppervlak. Drie dagen later begon de eerste tocht van bijna drie meter naar de eerste steen die vervolgens van dichtbij onderzocht werd. Vanaf 21 januari ontstonden er echter communicatieproblemen met de Spirit. Na enkele dagen ontdekten vluchtleiders dat een software probleem ervoor zorgde dat de boordcomputer bijna continu herstartte. Het bleek dat het geheugen te vol stond met wetenschappelijke metingen, en nadat reeds verzonden gegevens werden verwijderd was het probleem opgelost.
Vanaf 29 januari kon Spirit weer enkele waarnemingen en nieuwe foto’s doorsturen. Nadat het onderzoek van de steen was afgerond, vervolgde Spirit op 9 februari haar weg. Het eerstvolgende doel is de Bonneville krater, ongeveer 340 meter van de landingsplaats. Op 12 februari had de rover 58 meter afgelegd.

Op 25 januari om 5:05 uur GMT maakte de Opportunity eenzelfde succesvolle landing als de Spirit 21 dagen eerder. De Opportunity kwam neer op Meridiani Planum, ongeveer de halve planeetomtrek van de Spirit verwijderd. Na de landing bleek dat de Opportunity precies in een kratertje met een middellijn van ongeveer 22 meter terecht was gekomen.
Nu ging alles een stuk sneller, mede dank zij de lessen geleerd van de Spirit, en al op 31 januari kon de Opportunity van het landingsplatform het oppervlak oprijden. De dagen erna gebruikte Opportunity haar instrumenten om de kratervloer waar zij op geland was nader te bestuderen. Vanaf 7 februari begon de rover met het bestuderen van een rotslaag die uit de wand van de krater steekt.

Op 30 december en 4 januari maakte de Europese sonde Mars Express twee belangrijke manoeuvres om in een polaire baan om de rode planeet te komen. Vanuit deze nieuwe baan had de Mars Express een beter zicht op de landingsplaats van de Beagle-2, maar helaas werden geen signalen van de vermiste lander ontvangen, zodat moet worden aangenomen dat deze als verloren kan worden beschouwd.
Vanaf 5 januari begon de Mars Express met het verrichten van wetenschappelijke waarnemingen en het maken van de eerste hoge resolutiefoto’s. Al twee weken na de aanvang van het wetenschappelijke programma, konden wetenschappers onomstotelijk de aanwezigheid van waterijs in de zuidelijke poolkap vaststellen. Al in 2002 had de Amerikaanse Mars Odyssee sporen van het element waterstof gevonden, maar tot dusver dacht men dat al het water alleen in permafrostlagen enkele meters onder het oppervlak van Mars voorkwam.

Op 2 januari passeerde de Amerikaanse sonde Stardust de kern van komeet 81P/Wild-2 op een afstand van 230 kilometer. De dichtste nadering vond plaats om 19:22 uur GMT, terwijl Stardust een relatieve snelheid ten opzichte van de komeet van 6 kilometer per seconde had. Op het moment van de passage was de sonde 389 miljoen kilometer van de aarde verwijderd. Stardust nam 72 foto’s van de komeetkern, waarbij ook enkele actieve jets (uitstromingen van gas en stof) werden vastgelegd.
Gedurende de passage had Stardust haar belangrijkste instrument ontplooid, namelijk een met areogel gevulde collector waarmee stofdeeltjes rondom de komeet verzameld werden. In januari 2006 zal een kleine capsule met de collectoren op aarde landen zodat wetenschappers de stofdeeltjes in laboratoria kunnen onderzoeken.

Recente lanceringen

  • 28 Dec 2003 – 23:00 GMT – Lanceerplaats: Baykonur – Draagraket: Proton-K
    • Express AM-22Massa: 2600 kg – Int. Nr.: 2003-060A
      Communicatiesatelliet die in een geostationaire baan op 53 graden oosterlengte geplaatst werd. De Express AM-22 is de eerste van een serie van vijf kunstmanen die tot 2005 gelanceerd zullen worden. De kunstmanen zijn gebouwd door NPO PM en Alcatel Space.
  • 29 Dec 2003 – 19:06 GMT – Lanceerplaats: Xichang – Draagraket: CZ (Lange Mars)-2C
    • Tan Ce-1 – Massa: 330 kg – Int. Nr.: 2003-061A
      Tan Ce-1 (Chinees voor sonde) is de eerste van een tweetal Chinees-Europese kunstmanen die het aardmagnetisch veld moeten gaan bestuderen. De kunstmaan kwam in een sterk elliptische baan tussen 555 en 78.051 kilometer terwijl de hoek met de evenaar 28,5 graden bedroeg.
      In Europa staat de kunstmaan ook bekend als Double Star-1. In juni 2004 moet een tweede kunstmaan in een polaire baan, dus haaks op de eerste, worden gebracht. Beide kunstmanen zullen met de vier in 2000 gelanceerde Europese Cluster satellieten waarnemingen verrichten.
  • 11 Jan 2004 – 04:13 GMT – Lanceerplaats: Odyssee Platform (Grote Oceaan) – Draagraket: Zenit-3SL
    • Estrela do Sul-1Massa: 4694 kg – Int. Nr.: 2004-001A
      Communicatiesatelliet die in een geostationaire baan op 63 graden westerlengte geplaatst werd. Estrela do Sul-1 is gebouwd door Space Systems/Loral en is gebaseerd op de LS-1300 bus. De kunstmaan wordt geopereerd door Loral Skynet do Brasil. Na de lancering werd bekend dat een van de zonnepanelen zich niet helemaal ontvouwd had, en dat hierdoor de kunstmaan niet optimaal benut zal kunnen worden.
  • 29 Jan 2004 – 11:58 GMT – Lanceerplaats: Baykonur – Draagraket: Soyuz-U
    • Progress M1-11Massa: 7283 kg – Int. Nr.: 2004-002A
      Onbemand Russisch bevoorradingsschip voor het ruimtestation ISS (zie Mensen in de ruimte). De Progress M1-11 koppelde op 31 januari aan de achterste koppelpoort van de Zvezda module van het ISS.
  • 5 Feb 2004 – 23:46 GMT – Lanceerplaats: Cape Canaveral – Draagraket: Atlas-2AS
    • AMC-10Massa: 2340 kg – Int. Nr.: 2004-003A
      Communicatiesatelliet die in een geostationaire baan op 135 graden westerlengte geplaatst werd. De kunstmaan is gebouwd door Lockheed Martin en gebaseerd op het A2100 bus ontwerp. AMC-10 wordt geëxploiteerd door SES Americom in de VS.
  • 14 Feb 2004 – 18:50 GMT – Lanceerplaats: Cape Canaveral – Draagraket: Titan-4B-IUS
    • DSP-22Massa: 2380 kg – Int. Nr.: 2004-004A
      Amerikaanse militaire satelliet bedoeld voor het vroegtijdig opsporen van raketlanceringen en nucleaire explosies wereldwijd. De door Nortrop Grumman gebouwde kunstmaan werd in een geostationaire baan gebracht. Dit was tevens de laatste vlucht van de Inertial Upper Stage (IUS).

Bericht uit de ruimte – Nummer 47

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Het zonnestelsel in

Op het moment van schrijven hebben de vluchtleiders nog steeds geen signaal opgevangen van de Beagle-2 die op 25 december op de planeet Mars geland is. Uit baananalyse is gebleken dat de Beagle in ieder geval op de planeet terecht moet zijn gekomen. Vluchtleiders hebben bepaald dat toen de lander op 19 december door de Mars Express werd losgelaten dit zo nauwkeurig gebeurde dat de zogenaamde landingsellips (het gebied op de planeet waarin de lander terecht zou moeten komen) met 31 bij 5 kilometer ongeveer zes maal kleiner was als verwacht. In dit opzicht stond niets een geslaagde landing in de weg. Beagle-2 moet neergekomen zijn in Isidis Planitia, net iets ten noorden van de Martiaanse evenaar.
Volgens berekeningen is de Beagle-2 op 25 december om 02:48 uur in de bovenste lagen van de Martiaanse dampkring terecht gekomen. Door de snelheid van meer dan 20.000 kilometer per uur moet het hitteschild roodgloeiend zijn geworden, terwijl de sonde in hoog tempo snelheid verloor. Daarna moest een loodsparachute de sonde verder vertragen, totdat de hoofdparachute veilig kon worden ontplooid. Terwijl de Beagle zonder het valscherm naar het oppervlak afdaalde, zou het hitteschild moeten worden afgeworpen en de drie airbags worden opgeblazen. Op het moment dat de airbags de grond raakten, werd de parachute losgekoppeld, en heeft de Beagle in de airbags enkele sprongen over het oppervlak gemaakt alvorens het tot stilstand kwam. Dit moment zou naar verwachting ongeveer zes minuten na de intrede in de atmosfeer zijn. Vervolgens zouden de airbags van het landertje losgekoppeld moeten zijn, waarna ze wegrolden en leegliepen. De Beagle-2 zou nu op het oppervlak liggen en zich als een horloge moeten openklappen, waarna de antenne en de zonnepanelen zich zouden ontplooien.
Voor alle duidelijkheid, dit was het geplande landingscenario, maar doordat er na de landing geen signalen van de Beagle werden opgevangen is het onduidelijk of de landing al dan niet geslaagd is. Om 05:30 uur passeerde de Amerikaanse sonde Mars Odyssee over de landingsplaats van de Beagle. Dit was de eerste gelegenheid om een signaal van de lander op te vangen, maar niets werd gehoord. In de late avond van 25 december werd de krachtige radiotelescoop van Jodrell Bank gebruikt om te zoeken naar het zwakke signaal van de Beagle. Ook de dagen daarop werden afwisselend de Mars Odyssee en de Jodrell Bank radiotelescoop gebruikt, maar niets werd vernomen van de Beagle.
Het lag altijd al in de bedoeling dat alle communicatie met de Beagle via de Mars Express zou verlopen, maar deze zal pas vanaf 4 januari over de landingsplaats vliegen. De vluchtleiders hopen dat ze dan meer geluk hebben. In tegenstelling tot de Mars Odyssee is de zender/ontvanger van de Mars Express speciaal aangepast om te communiceren met de Beagle. Verder zou het kunnen zijn dat door lage temperaturen de frequentie van het signaal van de Beagle iets verschoven is en buiten de frequentieband valt waarop de Odyssee luistert.

De Mars Express is op 25 december succesvol in een sterk elliptische baan om Mars gebracht. Een minuut voordat de Beagle aan haar intrede in de atmosfeer begon, werd de motor van de Mars Express gedurende een half uur ontstoken, waarna de sonde in een baan tussen 400 en 188.000 kilometer rond de planeet kwam. Vanaf 30 december zullen diverse manoeuvres worden uitgevoerd om de baan geleidelijk aan te passen tot de geplande operationele baan.

Mensen in de ruimte

Het International Space Station wordt bewoond door de Amerikaan Michael Foale en de Rus Aleksandr Kaleri, die samen Expeditie-8 vormen. Het ruimteschip Soyuz TMA-3 is gekoppeld aan de Pirs module, en de vrachtcapsule Progress M-48 zit vast aan de achterste koppelpoort van de Zvezda woonmodule.

Naast het uitvoeren van de diverse experimenten, voerde Foale en Kaleri ook het noodzakelijke onderhoud uit en brachten ze afval en niet langer te gebruiken apparatuur over in de Progress M-48. Dit laatste ter voorbereiding van de ontkoppeling van het vrachtschip eind januari. Op eerste kerstdag had het tweetal een welverdiende vrije dag. Op 26 december bevond het ISS zich in een baan tussen 366,4 en 375,4 kilometer. De omlooptijd bedroeg 91,9 minuten. Het ruimtestation heeft momenteel een massa van 187.016 kilogram.

Kunstmanen en satellieten

Op 21 december werd door een Delta-2 raket vanaf de basis Cape Canaveral een navigatiesatelliet voor het Amerikaanse GPS-netwerk in de ruimte gebracht. De twee ton zware Navstar 2R-10 gebruikte vervolgens haar eigen motor om de operationele baan tussen 20.100 en 20.300 kilometer te bereiken. De hoek van de baan met de evenaar bedroeg 55,0 graden. Door Lockheed Martin gebouwde kunstmaan is eigendom van de Amerikaanse luchtmacht. Er zijn met deze lancering bestaat het netwerk uit 28 operationele satellieten.

De Israëlische communicatiesatelliet AMOS-2 werd op 27 december door een Soyuz-FG raket in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. De lancering vond plaats vanaf de basis Baykonur in Kazachstan, en werd uitgevoerd door Starsem, die de Soyuz commercieel exploiteert. Later zal de kunstmaan haar eigen motor gebruiken om een geostationaire positie op 4 graden Westerlengte te bereiken. Dit was de eerste commerciële vlucht van een Soyuz raket waarbij een lading in een geostationaire overgangsbaan werd gebracht.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
5 Dec 06:00 Gruzomaket Strela Baykonur Test 2003-055A
10 Dec 17:42 Kosmos-2402
Kosmos-2403
Kosmos-2404
Proton-K Baykonur Navigatie
Navigatie
Navigatie
2003-056A
2003-056B
2003-056C
18 Dec 02:30 UHF F/O F11 Atlas-3B Canaveral Militair 2003-057A
21 Dec 08:05 Navstar 2R-10 Delta-2 Canaveral Militair 2003-058A
27 Dec 21:30 AMOS-2 Soyuz-FG Baykonur Communicatie 2003-059A

Bericht uit de ruimte – Nummer 46

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het International Space Station wordt bewoond door de Amerikaan Michael Foale en de Rus Aleksandr Kaleri, die samen Expeditie-8 vormen. Het ruimteschip Soyuz TMA-3 is gekoppeld aan de Pirs module, en de vrachtcapsule Progress M-48 zit vast aan de achterste koppelpoort van de Zvezda woonmodule.
Vanaf 5 december wordt de standregeling van het ISS door de stuwraketten op de Russische modules verzorgd. Dit geeft vluchtleiders de mogelijkheid om de problemen met een van de Amerikaanse gyroscopen beter te kunnen onderzoeken. Deze situatie zal naar alle waarschijnlijkheid tot midden januari duren. Er zijn vier gyroscopen waarvan er minimaal twee nodig zijn. Vorig jaar juni faalde al een gyroscoop en deze herfst begon een tweede zich afwijkend te gedragen.

In verband met het ongeluk met de shuttle Columbia ziet het schema bemande ruimtevluchten van de VS en Rusland er momenteel zo uit:

  • 19 april 2004: Soyuz TMA-4 met de twee Expeditie-9 astronauten en de Nederlander Andre Kuipers. Kuipers zal na een week met de huidige Expeditie-8 in de Soyuz TMA-3 naar de aarde terugkeren.
  • 12 september 2004: Shuttle Atlantis op missie STS-114 met zeven astronauten. Eerste shuttlevlucht na het Columbia ongeluk. Atlantis zal de logistieke MPLM module met nieuwe voorraden tijdelijk aan het ISS koppelen. De astronauten zullen een defecte gyroscoop van het ruimtestation vervangen. Tevens worden methoden getest om het hitteschil van de shuttle te kunnen repareren.
  • Midden oktober 2004: Soyuz TMA-5 met twee of drie astronauten. Een week later zullen zij met de Soyuz TMA-4 naar de aarde terugkeren.
  • 15 november 2004: Shuttle Discovery op missie STS-121 met vier astronauten en de driekoppige Expeditie-10 bemanning. Extra ingelaste shuttlevlucht na het Columbia ongeluk. De Discovery zal extra voorraden voor het ISS meenemen in de Spacehab module in het vrachtruim. De Expeditie-9 bemanning zal met de Discovery naar de aarde terugkeren.
  • 15 februari 2005: Shuttle Atlantis op missie STS-115 met zes astronauten. Hervatting van de ISS assemblagevluchten. De astronauten zal het S3/S4 Integrated Truss Segment met de tweede set Amerikaanse zonnepanelen aan het ISS bevestigen.

Kunstmanen en satellieten

Op 29 november mislukte de lancering van twee Japanse spionagesatellieten, IGS-2a en IGS-2b, met een H-2A raket. Dit was de zesde lancering van een H-2A raket en de eerste mislukking van dit programma. Ongeveer elf minuten waren de vluchtleiders genoodzaakt de raket en haar lading op te blazen, omdat de raket de vereiste baansnelheid niet meer kon bereiken. De reden hiervoor was een van de twee vastebrandstof opduwraketten zich niet had afgescheiden van de eerste trap. Toen de eerste trap en de aangehechte opduwraket zes minuten na de lancering werden afgeworpen, was de snelheid te laag voor de tweede trap om een omloopbaan te bereiken. De twee kunstmanen, beide gebouwd door Mitsubishi, zouden voornamelijk gebruikt worden voor het observeren van Noord-Korea.

Een Atlas-2AS bracht op 2 december een geheime militaire lading in de ruimte. De lancering vond plaats vanaf de basis Vandenberg aan de westkust van de VS. De Centaur trap plaatste zijn lading in een baan tussen 1010 en 1210 kilometer boven het aardoppervlak. De hoek met de evenaar bedroeg 63,4 graden. Waarnemers op de grond hebben bevestigd dat een tweetal kunstmanen zijn waargenomen. De kunstmanen zouden speciaal bedoeld zijn om scheepvaartverkeer op de oceanen te observeren. Zowel de draagraket als de kunstmanen zouden gebouwd zijn door Lockheed Martin.

Op 5 december werd de eerste Strela raket voor een satellietlancering gebruikt. De derde trap en een testsatellietje werden in een baan tussen 452 en 461 kilometer geplaatst, onder een hoek van 67,1 graden met de evenaar. Het satellietje werd Gruzomaket genoemd, het Russische woord voor testlading. De Strela raket is een UR-100NU ballistische raket waarbij de militaire lading vervangen is door een derde trap.

Een enkele Proton raket bracht op 10 december drie kunstmanen ten behoeve van het Russische Glonass navigatienetwerk in de ruimte. De drie satellieten, Kosmos-2402 tot en met -2404, kwamen in een baan tussen 18930 en 19330 kilometer, met een inclinatie van 65,1 graden.

De laatste UHF Follow-On communicatiesatelliet voor de Amerikaanse Marine werd op 18 december door een Atlas-3B gelanceerd. De kunstmaan werd in een geostationaire baan geplaatst.

De militaire spionagekunstmaan Kosmos-2399 heeft volgens commando op 9 december haar zelfvernietigingprogramma uitgevoerd. Met grondradar zijn er na de explosie minimaal 21 brokstukken in de baan aangetroffen.

Het zonnestelsel in

Op 9 december moest de Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA de hoop opgeven om de Marssonde Nozomi in een baan om de rode planeet te kunnen plaatsen. De reden hiervoor was dat technici er niet in geslaagd waren de motor operationeel te krijgen. De electronica om deze aan te sturen was defect geraakt na een zonne-uitbarsting in de lente van 2002. Op 14 december passeerde Nozomi Mars op een hoogte van ongeveer 900 kilometer en kwam vervolgens in een heliocentrische baan terecht.

Op 19 december nam Europa een belangrijke stap in de exploratie van Mars. Om 8:31 uur GMT werd de Beagle-2 van de Mars Express afgescheiden. Beide sondes bevonden zich toen nog op een afstand van 3 miljoen kilometer van de planeet. Het richten van de Beagle-2 werd uitgevoerd door de Mars Express, en is een kritische operatie omdat het landertje geen eigen motor heeft om eventuele fouten te corrigeren. Kort voor 2 uur GMT ’s nachts op 25 december zal de Beagle op de planeet landen. Rond dezelfde tijd zal de Mars Express haar motor ontsteken om in een baan rond de planeet te komen. Dit is de eerste Europese zelfstandige missie naar een andere planeet.

De Amerikaanse Mars Exploration Rovers zullen op 4 en 25 januari op de rode planeet landen.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
3 Nov 07:20 FSW CZ-2D Jiuquan Aardobservatie 2003-051A
14 Nov 16:01 Zhingxing-20 CZ-3A Xichang Communicatie 2003-052A
24 Nov 06:22 Yamal-200-1
Yamal-200-2
Proton-K Baykonur Communicatie
Communicatie
2003-053A
2003-053B
29 Nov 04:33 IGS-2a
IGS-2b
H-2A Tanegashima Militair
Militair
Mislukt
Mislukt
2 Dec 10:04 USA-173
USA-173-2?
Atlas-2AS Vandenberg Militair
Militair
2003-054A
2003-054
5 Dec 06:00 Gruzomaket Strela Baykonur Test 2003-055A
10 Dec 17:42 Kosmos-2402
Kosmos-2403
Kosmos-2404
Proton-K Baykonur Navigatie
Navigatie
Navigatie
2003-056A
2003-056B
2003-056C
18 Dec 02:30 UHF F/O F11 Atlas-3B Canaveral Militair 2003-057A