Bericht uit de ruimte – Nummer 33

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het ISS wordt momenteel bewoond door Expeditie-6, bestaande uit de Amerikanen Ken Bowersox en Don Pettit en de Rus Nikolai Budarin. Op vrijdag 4 april werd de baan van het ISS met gemiddeld 3,1 kilometer verhoogd door de motoren van de Progress M-47 te ontsteken. Een tweede manoeuvre is gepland voor 10 april.

Op 8 april zwaaide het luik van de Quest luchtsluis voor wat waarschijnlijk de laatste ruimtewandeling voor een lange periode zal gaan worden. Eerste taak van Bowersox en Pettit was het reconfigureren van enkele elektrische verbindingen op het Truss. Vervolgens gingen ze naar het Z1-Truss, alwaar ze extra voedingskabels naar de gyroscopen aanbrachten. Sinds in juni vorig jaar een van de vier gyroscopen is uitgevallen, zou er de kans bestaan dat een of twee gyroscopen uitvallen door een elektrisch probleem en het station onbestuurbaar zou worden. Door het aanleggen van deze dubbele voeding is dit potentiële probleem vermeden. Ook dekten Bowersox en Pettit elektrische connectoren en leidingen af met thermische dekens om ze beter tegen het ruimtemilieu te beschermen. Na 6 uur en 26 minuten zaten alle werkzaamheden erop en kwam de ruimtewandeling tot een einde.

Op 26 april zal de Soyuz TMA-2 gelanceerd worden met de Expeditie-7 bemanning bestaande uit de Rus Yuri Malenchenko en de Amerikaan Edward Lu. Zij zullen ongeveer een half jaar aan boord van het ISS verblijven. Hoofdtaak van de nieuwe bemanning zal zijn het operationeel houden van het ISS. Op 4 mei zal de Expeditie-6 met de oude Soyuz TMA-1 naar de aarde terugkeren.

Kunstmanen en satellieten

De Verenigde Staten lanceerde op 31 maart een satelliet ten behoeve van het GPS navigatienetwerk, de Navstar 2R-9. Voor lancering vanaf de basis Cape Canaveral werd een Delta-2 raket gebruikt.De Navstar 2R-9 werd in een sterk elliptische overgangsbaan gebracht, en gebruikte later zijn eigen motor om deze cirkelvormig te maken op 20.000 kilometer hoogte. De kunstmaan is gebouwd door Lockheed-Martin.

Een militaire communicatiesatelliet werd door Rusland op 2 april in een baan om de aarde gebracht. De lancering vond plaats van Plesetsk met een Molniya-M raket. De kunstmaan kwam in een sterk elliptische baan terecht, waarbij het verste punt boven Noord-Rusland ligt. Omdat de kunstmaan daar het langzaamst beweegt, is deze dus voor het grootste deel van de tijd vanaf Russische grondgebied, zelfs op zeer hoge breedtegraad, te gebruiken.

Op 8 april, met een vertraging van twee dagen door technische problemen, lanceerde de Verenigde Staten een militaire communicatiesatelliet. De Titan-4B, Amerika’s krachtigste onbemande draagraket, plaatste de 800 miljoen dollar kostende Milstar 2-F4 keurig netjes in zijn geostationaire baan. De lancering zelf kostte ook nog eens 461 miljoen dollar. De uiteindelijke positie die de bijna vijf ton zware kunstmaan zal innemen in de geostationaire baan is niet bekend gemaakt. Zowel de draagraket als de satelliet zijn gebouwd door Lockheed-Martin.

De Europese draagraket Ariane-5 werd op 9 april met succes gelanceerd. Dit was de eerste Ariane-5 vlucht na de mislukte lancering van de Ariane-5ECA in december. Voor deze lancering werd de standard versie gebruikt. Nu ging alles goed en de Ariane plaatste twee communicatiesatellieten in een geostationaire overgangsbaan. Later zullen de kunstmanen hun eigen motor gebruiken om een geostationaire positie te bereiken.
Insat-3A zal uiteindelijk op 93,5 graden oosterlengte boven de evenaar komen te hangen. De 2950 kilogram zware satelliet heeft niet alleen communicatieapparatuur aan boord maar kan ook meteorologische waarnemingen verrichten, en gebruikt worden bij reddingsoperaties op het Indiase subcontinent. De kunstmaan is gebouwd door de Indian Space Research Organisation in India.
De Galaxy-12, eigendom van de Amerikaanse operator PanAmSat, zal op 74 graden westerlengte boven Zuid-Amerika te komen hangen zodat het gebruikers in de Verenigde Staten en aangrenzende landen kan bedienen. Galaxy-12 had een massa van 1750 kilogram direct na de lancering en is gebouwd door Orbital Sciences.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
2 Feb 12:59 Progress M-47 Soyuz-U Baykonur Logistiek 2003-006A
15 Feb 07:00 Intelsat-907 Ariane-44L Kourou Communicatie 2003-007A
11 Mrt 00:59 DSCS-III A-3 Delta-4M Cape Canaveral Militair 2003-008A
28 Mrt 01:27 Geen naam (IGS-1)
Geen naam (IGS-2)
H-2A Tanegashima Militair
Militair
2003-009A
2003-009B
31 Mrt 22:09 Navstar 2R-9 Delta-2 Cape Canaveral Navigatie 2003-010A
2 Apr 01:53 Molniya Molniya-M Plesetsk Militair 2003-011A
8 Apr 13:43 Milstar-6 Titan-4B Cape Canaveral Militair 2003-012A
9 Apr 22:52 Insat-3A
Galaxy-12
Ariane-5G Kourou Communicatie
Communicatie
2003-013A
2003-013B

Bericht uit de ruimte – Nummer 32

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het ISS wordt momenteel bewoond door Expeditie-6, bestaande uit de Amerikanen Ken Bowersox en Don Pettit en de Rus Nikolai Budarin. Op 16 maart werd de zondagsrust van de bemanning verstoord toen een van de twee pompen in het koelsysteem in de Destiny module uitviel. Hierdoor stopte de temperatuurbeheersing van enkele experimenten en regelapparatuur, en die apparatuur moest dan ook noodzakelijkerwijs tijdelijk worden uitgeschakeld.
Terwijl Bowersox en Pettit de dagen erna bezig waren met het uitwisselen van de kapotte pomp, laadde Budarin nieuwe software in de Russische computer die de standregeling van het Russische segment controleert. Helaas werd hierdoor de communicatie met de Amerikaanse standregelcomputer verstoord. De Amerikaanse computer dacht vervolgens dat zijn Russische equivalent was uitgevallen, begon volgens het protocol alle niet belangrijke apparatuur uit te schakelen om energie te besparen. De standregeling van het station was echter nooit verstoord geweest, en er was dus geen echt energietekort opgetreden omdat de zonnepanelen niet meer op de zon zouden zijn gericht. Binnen enkele uren konden vluchtleiders de communicatie tussen de twee computers herstellen, en werd alle apparatuur weer opgestart.
In de week van 24 maart was er weer beter nieuws te melden, toen de astronauten samen met de teams op de grond erin slaagden de MSG glovebox weer op te starten. Nog diezelfde week kon Pettit de experimenten in de glovebox weer hervatten.

Bowersox en Pettit zullen op 8 april een ruimtewandeling maken. Tijdens dit uitstapje zullen ze enkele werkzaamheden uitvoeren die, hoewel niet absoluut noodzakelijk, diverse externe systemen beter moeten beschermen. Zo zullen ze diverse elektrische verbindingen op de Integrated Truss Assembly (de balk waaraan later de grote Amerikaanse zonnepanelen komen) aanpassen en waar nodig connectoren afschermen met thermische dekens zodat ze niet beschadigd kunnen worden door bijvoorbeeld micro-meteorieten of snelle temperatuurswisselingen. Ook zal er een extra voedingskabel gelegd worden naar een van de gyroscopen die voor de standregeling gebruikt worden.

Op 26 april zal de Soyuz TMA-2 gelanceerd worden met de Expeditie-7 bemanning bestaande uit de Rus Yuri Malenchenko en de Amerikaan Edward Lu. Zij zullen ongeveer een half jaar aan boord van het ISS verblijven. Hoofdtaak van de nieuwe bemanning zal zijn het operationeel houden van het ISS. Een week later zal de Expeditie-6 met de oude Soyuz TMA-1 naar de aarde terugkeren.

Kunstmanen en satellieten

Op 28 maart lanceerde Japan twee militaire spionagesatellieten, die hier voor het gemak IGS-1 en -2 worden genoemd, omdat er geen officiële namen voor de kunstmanen bekend zijn gemaakt (IGS staat voor Information Gathering Satellites, de term die de Japanse ruimtevaartorganisatie NASDA gebruikt heeft op haar website). IGS-1 en -2 zijn waarschijnlijk in een 400 tot 600 kilometer hoge baan om de aarde gekomen. Noord-Korea heeft Japan ervan beschuldigd hiermee op een nieuwe wapenwedloop in Noordoost-Azië aan te sturen. Voor de lancering werd de H-2A raket gebruikt die hiermee haar vijfde achtereenvolgende succesvolle vlucht maakte.

Het zonnestelsel in

Volgend op de beslissing afgelopen januari om Europa’s komeetverkenner Rosetta niet te lanceren na het mislukken van de voorgaande Ariane-5 lancering, zijn wetenschappers bezig geweest een nieuw reisdoel te selecteren. Na het verstrijken van het negentiendaagse lanceervenster in januari 2003 kon Rosetta haar oorspronkelijke missie naar de komeet 46P/Wirtanen uitvoeren, en moet er een nieuw missiescenario worden opgesteld. In totaal negen scenario’s werden bestudeerd en uiteindelijk zijn er drie geselecteerd voor verdere studie. Twee scenario’s, met een lanceervenster in februari 2004 of februari 2005, zouden Rosetta naar een nieuwe komeet voeren, namelijk 67P/Churyumov-Gerasimenko. Een derde scenario heeft nog steeds de originele komeet 46P/Wirtanen als doel, maar nu met een lanceervenster in januari 2004.
ESA is een observatiecampagne met de Hubble ruimtetelescoop begonnen om extra waarnemingen uit te voeren van Churyumov-Gerasimenko om zodoende een beter beeld van dit alternatieve reisdoel te verkrijgen. Deze komeet heeft een grotere en massievere nucleus dan Wirtanen, wat betekent dat het landertje dat door Rosetta wordt losgelaten iets sneller en harder op het oppervlak zal neerkomen. Ook andere aspecten van de nieuw te definiëren missie kunnen technische aanpassingen aan de sonde noodzakelijk maken. Parallel worden ook de lanceringeisen onder de loep genomen, en wordt er gekeken naar alternatieven voor de Ariane-5 draagraket zoals de betrouwbare Russische Proton. In mei 2003 zal ESA een definitieve beslissing over het reisdoel van Rosetta nemen.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
25 Jan 20:13 SORCE Pegasus- XL Cape Canaveral Wetenschap 2003-004A
29 Jan 18:06 Navstar GPS 2R-8
XXS-10
Delta-2 Cape Canaveral Navigatie
Technologie
2003-005A
2003-005B
2 Feb 12:59 Progress M-47 Soyuz-U Baykonur Logistiek 2003-006A
15 Feb 07:00 Intelsat-907 Ariane-44L Kourou Communicatie 2003-007A
11 Mrt 00:59 DSCS-III A-3 Delta-4M Cape Canaveral Militair 2003-008A
28 Mrt 01:27 Geen naam (IGS-1)
Geen naam (IGS-2)
H-2A Tanegashima Militair
Militair
2003-009A
2003-009B

Bericht uit de ruimte – Nummer 31

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het ISS wordt momenteel bewoond door Expeditie-6, bestaande uit de Amerikanen Ken Bowersox en Don Pettit en de Rus Nikolai Budarin. Zij zouden begin maart met de shuttle Atlantis naar de aarde terugkeren, maar als gevolg van het Columbia ongeluk zullen ze nu begin mei met de aan het ruimtestation afgemeerde Soyuz TMA-1 capsule landen. Kort hiervoor, op 26 april, zal de Soyuz TMA-2 gelanceerd worden met de Expeditie-7 bemanning bestaande uit de Rus Yuri Malenchenko en de Amerikaan Edward Lu. Zij zullen ongeveer een half jaar aan boord van het ISS verblijven. Hoofdtaak van de nieuwe bemanning zal zijn het operationeel houden van het ISS.

Het ongeluk met de shuttle Columbia houdt in dat de komende tijd alleen tweekoppige bemanningen in het ruimtestation zullen wonen. Daarom oefenden Bowersox en Pettit op 24 februari een aangepaste procedure om zelfstandig hun ruimtepakken aan en uit te doen in de krappe ruimte van de Quest luchtsluismodule. Daarbij werden alle regels in acht genomen zoals bij een gewone ruimtewandeling met uitzondering van het daadwerkelijk openen van het buitenluik. De reden voor deze oefening is dat als er geen derde persoon aan boord van het station is, er geen assistentie verleend kan worden aan de ruimtewandelaars. Missieregels schrijven namelijk voor dat ruimtewandelingen altijd met twee personen worden uitgevoerd. Mocht er dan een van hen geïmmobiliseerd raken, dan moet zijn collega hem zonder hulp van buitenaf naar binnen kunnen brengen. Hoewel, er geen ruimtewandelingen gepland zijn voor de periode dat er maar twee astronauten aan boord zijn, zou het door onvoorziene omstandigheden een eventuele reparatie buiten het station toch noodzakelijk kunnen worden.

NASA heeft bekendgemaakt dat de shuttlevluchten mogelijk in de herfst van dit jaar weer hervat zouden kunnen worden. Hierbij moet wel een slag om de arm gehouden worden daar de bevindingen van de Columbia Accident Investigation Board (CAIB) mogelijk nog technische wijzigingen aan het shuttlesysteem tot gevolg kunnen hebben. Mochten de benodigde verbeteringen zeer ingrijpend zijn, dan kan de hervatting van de vluchten volgend jaar pas plaatsvinden.

Het onderzoek van de CAIB richt zich nu voornamelijk op het plasma dat gedurende de terugkeer de linkervleugel van de Columbia is binnengedrongen. Zoals het er nu naar uitziet is dat plasma door een scheur of opening aan de aanzet van de vleugel met de romp gekomen. Wat deze scheur zou kunnen hebben veroorzaakt is nog niet geheel duidelijk, maar het lijkt erop dat de inslag van een stuk losgeraakt isolatiemateriaal van de externe tank tijdens de lancering op 16 januari hier een belangrijke factor in is geweest.

Kunstmanen en satellieten

Op 11 maart werd de tweede Delta-4 raket gelanceerd. In tegenstelling tot de eerste lancering werden er geen opduwraketten op vaste brandstof gebruikt, zodat de raket alleen uit de eerste en tweede trap bestond. Dit was voldoende om de eerste militaire lading van een Delta-4 te lanceren, namelijk een militaire communicatiesatelliet onder de naam DSCS-III A-3. Veertien minuten na de lancering kwamen de tweede trap en de kunstmaan in een parkeerbaan tussen 186 en 402 kilometer onder een hoek van 29,2 graden met het vlak van de evenaar. De motor van de tweede trap werd om 01:25 uur voor vier minuten ontstoken, en plaatste de lading in een geostationaire overgangsbaan tussen 234 en 35.780 kilometer met een inclinatie van 25,5 graden. Later, op 13 maart, gebruikte de kunstmaan haar eigen apogeummotor om de baan te circuleren op het hoogste punt. Daarna werd de lege apogeummotor afgeworpen. DSCS-III A-3 heeft een massa van 1244 kilogram en is gebouwd door GE/Valley Forge.

Het zonnestelsel in

Tijdens de laatste communicatiepoging op 7 februari is er geen antwoord meer van de Pioneer-10 ontvangen. De in 1972 gelanceerde sonde is momenteel 12,2 miljard kilometer van de zon verwijderd, en is een van de vier sondes die momenteel ons zonnestelsel verlaten hebben na een of meerdere van de grote planeten gepasseerd te hebben. Het laatste zwakke signaal werd op 22 januari van dit jaar opgevangen, maar was te zwak om nuttige gegevens omtrent de sonde of waarnemingen uit te halen. Het laatste stukje bruikbare telemetrie werd op 27 april 2002 ontvangen. Door de grote afstand tussen de aarde en de Pioneer doet het licht, en dus ook radiosignalen, er meer dan elf uur over om de aarde te bereiken. De thermonucleaire batterijen aan boord van de Pioneer leveren nu te weinig energie voor de communicatieantenne.
Pioneer-10 was oorspronkelijk ontworpen voor een missie van 21 maanden en passeerde in 1973 als eerste sonde de planeet Jupiter. In 1983 passeerde zij de baan van Neptunus en verliet daarmee het zonnestelsel. Tot 1997 zond de sonde nog periodiek waardevolle gegevens naar de aarde terwijl zij zich steeds verder van de zon verwijderde.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
25 Jan 20:13 SORCE Pegasus- XL Cape Canaveral Wetenschap 2003-004A
29 Jan 18:06 Navstar GPS 2R-8
XXS-10
Delta-2 Cape Canaveral Navigatie
Technologie
2003-005A
2003-005B
2 Feb 12:59 Progress M-47 Soyuz-U Baykonur Logistiek 2003-006A
15 Feb 07:00 Intelsat-907 Ariane-44L Kourou Communicatie 2003-007A
11 Mrt 00:59 DSCS-III A-3 Delta-4M Cape Canaveral Militair 2003-008A

Bericht uit de ruimte – Nummer 30

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

De motoren van de Progress M-47 werden op 11 februari gedurende 22 minuten ontstoken om de omloopbaan van het ruimtestation ISS met gemiddeld 9,2 kilometer te verhogen. Na de manoeuvre bevond het ISS zich in een baan tussen 386 en 410 kilometer boven het aardoppervlak. De hoek met de evenaar bleef ongewijzigd en bedroeg 51,6 graden. Hiermee zal het station eind april op precies de goede hoogte zijn om een ideaal rendez-vous doel voor de volgende geplande Soyuz vlucht te vormen.

Diezelfde dag beantwoorden de drie ruimtebewoners, Ken Bowersox, Nikolai Budarin en Don Pettit, voor het eerst vragen van de pers over het ongeluk met de Columbia. De meeste vragen gingen over hoe de bemanning het ongeluk emotioneel beleefden. Bowersox antwoordde dat ze gelukkig de tijd hadden om te kunnen rouwen en dat ze niet continu al hun aandacht op de werkzaamheden hoefden te richten. Ook hielpen de persoonlijke gesprekken met psychologen op de grond, in het verwerkingsproces. Maar ze probeerden nu, hoe moeilijk dat soms ook is, weer langzaam de draad op te pakken.

Naast het uitladen van de door de Progress M-47 meegebrachte voorraden, werkten Bowersox en Budarin de inventarislijst van alle items in het ruimtestation bij. Pettit hield een oogje op de experimenten en verrichte diverse onderhoudswerkzaamheden in het Destiny laboratorium. Ook werden monsters van de cabinelucht genomen en onderzocht op samenstelling.

Inmiddels is wat meer bekend geworden over de vluchten naar het ISS, nu de shuttlevloot aan de grond staat. Expeditie-6 zal dus niet zoals gepland was in maart per shuttle naar de aarde terugkeren, maar in mei met de Soyuz TMA-1. De Soyuz TMA-1 is sinds oktober 2002 aan het ruimtestation aangekoppeld en dient als reddingsboot voor de vaste bemanning. Naar het er nu naar uitziet zal ongeveer een week voor de landing van de Expeditie-6 een nieuwe bemanning met een Soyuz naar het ISS gestuurd worden. Waarschijnlijk zal dit een tweekoppige bemanning zijn, bestaande uit een Rus en een Amerikaan. Hun taak bestaat primair uit het operationeel houden van het ruimtestation. Nu de shuttle is weggevallen is er onvoldoende capaciteit om een driekoppige bemanning en hun voorraden en experimenten naar het station te brengen. De huidige Expeditie-7 bemanning zal dan ook mogelijk pas vertrekken als de shuttlevloot operationeel is. Over de Soyuz vluchten van Pedro Duque en Andre Kuipers, respectievelijk gepland voor april en november 2003, is nog geen definitieve beslissing genomen, maar ook deze zullen naar alle waarschijnlijkheid uitgesteld worden.

Kunstmanen en satellieten

De lancering van de allerlaatste Ariane-4 werd van 12 tot uiteindelijk 15 februari uitgesteld in verband met een harde wind op grote hoogten boven de lanceerplaats. Maar die dag was het dan eindelijk zover, en vertrok de 116-de Ariane-4 raket bulderend van zijn lanceerplatform in Kourou, Frans-Guyana. Twintig minuten later werd de nuttige lading, de communicatiesatelliet Intelsat-907, keurig in de gewenste geostationaire overgangsbaan geplaatst. Het hoogste punt van de baan lag op 35.880 kilometer boven het aardoppervlak, het laagste op 199 kilometer. De hoek met de evenaar (inclinatie) bedroeg 7 graden. Later zou de kunstmaan haar eigen motor gebruiken om een geostationaire positie op 27,5 graden Westerlengte te bereiken. Dit was het 74-ste achtereenvolgende succes voor een Ariane-4 raket; een betrouwbaarheid die door geen enkele concurrent geëvenaard werd.
Intelsat-907 had bij lancering een massa van 4.640 kilogram, en de kunstmaan zal de verouderde Intelsat-605 gaan vervangen. Intelsat-907 is tevens het laatste exemplaar van de negende generatie Intelsat satellieten. Het eerste exemplaar van de tiende generatie wordt momenteel gebouwd en zal door een Russische Proton raket gelanceerd worden.
De nieuwe Ariane-5 raket moet nu de fakkel van zijn succesvolle voorganger overnemen. Maar, helaas mislukte de laatste lancering van de Ariane-5 in december. In totaal zijn vier van de veertien Ariane-5 lanceringen tot nu toe, geheel of gedeeltelijk mislukt. De volgende lancering van een Ariane-5, met twee communicatiesatellieten, is gepland voor eind maart, begin april.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
6 Jan 14:19 Coriolis Titan-2 Vandenberg Militair 2003-001A
13 Jan 00:45 IceSat
ChipSat
Delta-2 Vandenberg Aardobservatie
Astronomie
2003-002A
2003-002B
16 Jan 15:39 Columbia STS-107
Spacehab-RDM
Shuttle KSC Bemand 2003-003A
25 Jan 20:13 SORCE Pegasus- XL Cape Canaveral Wetenschap 2003-004A
29 Jan 18:06 Navstar GPS 2R-8
XXS-10
Delta-2 Cape Canaveral Navigatie
Technologie
2003-005A
2003-005B
2 Feb 12:59 Progress M-47 Soyuz-U Baykonur Logistiek 2003-006A
15 Feb 07:00 Intelsat-907 Ariane-44L Kourou Communicatie 2003-007A

Bericht uit de ruimte – Nummer 29

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Onderzoek ramp Columbia

Op 1 februari om 13:59 uur en 22 seconden GMT verloor NASA contact met de space shuttle Columbia, terwijl deze zich op een hoogte van 61 kilometer bevond, zestien minuten voor de geplande landing in Florida. Enkele momenten later zagen ooggetuigen de shuttle in vijf of zes grote delen uiteenvallen en verder fragmenteren. Brokstukken van de Columbia zijn voornamelijk in de staten Texas en Louisiana terechtgekomen. Ook zijn inmiddels stoffelijke resten van de zeven omgekomen ruimtevaarders geborgen en geïdentificeerd.

Uit de telemetrie gedurende laatste minuten voor het verongelukken van de Columbia, blijkt dat er problemen waren in de linkervleugel. Er vielen diverse sensoren in de vleugel en het linkerlandingsgestel uit en ook werden op sommige plaatsen hogere temperaturen dan normaal gemeten. Ook waren de correcties met de rolroeren achteraan de vleugels sterker dan tijdens voorgaande landingen. Zelfs werden gedurende 1,5 seconden de stuurraketten ontstoken in een poging van de computers om de shuttle op koers te houden. NASA heeft nog gedurende 32 seconden een zeer zwak signaal ontvangen, wat er op zou kunnen wijzen dat de Columbia tot 13:59 uur en 54 seconden nog grotendeels intact was en de elektrische systemen nog functioneerden.

Momenteel richten de onderzoekers zich op drie mogelijke scenario’s:

  • Het hitteschild van de shuttle werd 80 seconden na de lancering op 16 januari geraakt door een stuk isolatiemateriaal van de okerkleurige externe tank. De massa van dat stuk (ongeveer 1 kilogram) en de snelheid van inslag zijn dermate laag dat dit niet lijkt te kunnen resulteren in een significante schade aan het hitteschild.
  • De shuttle werd in de ruimte getroffen door een stuk ruimteafval of micro-meteoroïde. Deze inslag zal dan toevalligerwijs hebben plaatsgevonden op ongeveer dezelfde plaats als de inslag van het stuk isolatiemateriaal, namelijk het punt waar de linkervleugel en de romp elkaar vooraan de shuttle ontmoeten. Wel heeft de grondradar op 17 januari, een dag na de lancering, een object met 5 meter per seconde zien verwijderen van de shuttle. Men onderzoekt nog of dit te relateren valt aan een gebeurtenis aan boord (bijvoorbeeld het lozen van water) of het gevolg is van een inslag.
  • De computers die de shuttle tijdens de terugkeer in de dampkring hebben bestuurd zouden een grove stuurfout gemaakt kunnen hebben waardoor de shuttle haar standregeling verloor. Dit scenario is zeer onwaarschijnlijk omdat zo’n gebeurtenis binnen enkele seconden tot een structureel opbreken van de shuttle zal leiden. Dit correleert dus niet tot het verlies van sensoren of de temperatuursmetingen in de linkervleugel.

Zoals het er nu naar uitziet zal het nog enkele maanden duren eer de definitieve oorzaak van het ongeluk kan worden vastgesteld. Het is nu ook nog niet te overzien welke gevolgen dit voor de shuttle- en ISS-programma’s zal hebben.

Mensen in de ruimte

Op het International Space Station, Expeditie-6 commandant Ken Bowersox en zijn collega’s Nikolai Budarin en Don Pettit werden geïnformeerd over het verlies van de shuttle Columbia kort nadat het onbemande vrachtschip Progress M1-9 zich op 1 februari om 15:59 uur GMT had losgemaakt van de Zvezda module. De Progress M1-9 ontstak enkele uren later zijn motoren en verbrandde in de bovenste lagen van de dampkring boven de Grote Oceaan.

Een dag later werd de Progress M-47 gelanceerd richting het ruimtestation. De vrachtvaarder kwam in een initiële baan tussen 193 en 259 kilometer onder een hoek van 51,6 graden met de evenaar. De volgende twee dagen naderde de Progress het ruimtestation steeds dichter. Op 4 februari om 14:49 uur GMT koppelde Progress M-47 aan de achterkant van de Zvezda module, en kort daarna konden de ruimtevaarders beginnen met het uitladen. De Progress had 50 kilo zuurstof, 70 kilo water en 1328 kilo droge lading aan boord. Deze droge lading bestond uit mondvoorraad waarmee de bemanning het tot juni kan uithouden, alsmede reparatieonderdelen en diverse experimenten. Tevens was er 870 kilo brandstof meegebracht die zou worden overgepompt in de tanks van de Zvezda en Zarya modules. Op 4 februari bevond het ISS zich in een baan tussen 384 en 408 kilometer boven het aardoppervlak met een periode van 92,2 minuten. De massa van het complex met de aangekoppelde Progress bedroeg 189,4 ton.

Kunstmanen en satellieten

De communicatiesatelliet Artemis van ESA heeft op 31 januari eindelijk haar geostationaire baan op 36.000 kilometer hoogte bereikt. De kunstmaan was samen met een Japanse satelliet op 12 juli 2001 gelanceerd maar de tweede trap van de Ariane-5 slaagde er toen niet in de kunstmanen in de gewenste geostationaire overgangsbaan te plaatsen. De Japanse satelliet bleef in een onbruikbare baan steken, maar Artemis had een experimentele ionenvoortstuwing aan boord waardoor de baan geleidelijk kon worden opgehoogd (gemiddeld met zo’n 15 kilometer per dag). Artemis hangt nu op 21,5 graden Oosterlengte, en vluchtmanagers verwachten dat de satelliet nog zo’n tien bruikbare dienstjaren voor de boeg heeft. De door Alenia Spazio en Astrium gebouwde kunstmaan heeft diverse nieuwe communicatie-experimenten aan boord.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
6 Jan 14:19 Coriolis Titan-2 Vandenberg Militair 2003-001A
13 Jan 00:45 IceSat
ChipSat
Delta-2 Vandenberg Aardobservatie
Astronomie
2003-002A
2003-002B
16 Jan 15:39 Columbia STS-107
Spacehab-RDM
Shuttle KSC Bemand 2003-003A
25 Jan 20:13 SORCE Pegasus- XL Cape Canaveral Wetenschap 2003-004A
29 Jan 18:06 Navstar GPS 2R-8
XXS-10
Delta-2 Cape Canaveral Navigatie
Technologie
2003-005A
2003-005B
2 Feb 12:59 Progress M-47 Soyuz-U Baykonur Logistiek 2003-006A

Bericht uit de ruimte – Extra Editie (Nummer 28)

Space shuttle Columbia verongelukt

De space shuttle Columbia is op 1 februari rond 14:00 uur GMT verongelukt, zestien minuten voor de geplande landing op het Kennedy Space Center. Naar alle waarschijnlijkheid zijn alle zeven astronauten aan boord van Columbia overleden.

Terwijl de shuttle bezig was met de terugkeer in de atmosfeer, zagen waarnemers in Texas delen van de overvliegende shuttle afbreken. Kort daarna verloor de vluchtleiding het contact met de Columbia, die zich toen nog zestig kilometer boven het aardoppervlak bevond. Op het moment van schrijven zijn er berichten dat er puin in Texas is neergestort dat afkomstig zou kunnen zijn van de shuttle.

Op 31 januari meldde NASA nog dat tijdens de lancering een stuk isolatie van de externe tank was losgekomen dat tegen de linkervleugel van de shuttle was gekomen. Maar toen verwachtte men niet dat het hitteschild beschadigd was. Dit zou een mogelijke aanwijzing kunnen zijn voor een eventuele oorzaak van het ongeluk.

Hieronder een lijst van de astronauten die waarschijnlijk aan boord van de Columbia zijn omgekomen:

  • Rick Husband (commandant)
  • Willie McCool (piloot)
  • Dave Brown
  • Kalpana Chawla
  • Laurel Clark
  • Mike Anderson
  • Ilan Ramon (Israël)

De Columbia was de oudste orbiter en maakte op 12 april 1981 de allereerste shuttlevlucht. Dit is het tweede ongeluk met een shuttle: In 1986 verongelukte de Challenger kort na de lancering. Ook daar kwamen zeven ruimtevaarders bij om het leven.