Bericht uit de ruimte – Nummer 16

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op donderdag 25 april vertrok om 06:26 uur GMT het volgende bezoek voor de ruimtebewoners Yuri Onufrienko, Carl Walz en Daniel Bursch aan boord van het International Space Station. Op dat moment vertrok vanaf de Russische lanceerbasis Baykonur in Kazachstan een raket met onder de neuskap het ruimteschip Soyuz TM-34. Aan boord van de capsule waren de Russische kosmonaut Yuri Gidzenko, de Italiaan Roberto Vittori en de Zuid-Afrikaanse toerist Mark Shuttleworth. Die laatste had maar liefst 22 miljoen euro moeten betalen voor zijn reisje. Negen minuten na de lancering was de Soyuz in haar baan om de aarde en begon de twee dagen durende jacht op het ISS.
Om 07:55 uur GMT op 27 april koppelde de Soyuz TM-34 langs automatische weg aan de radiale koppelpoort van de Zarya module van het ISS. Anderhalf uur later werden de luiken geopend en konden de twee bemanningen elkaar begroeten. Nog diezelfde dag begonnen de zes ruimtevaarders aan het wetenschappelijke programma, dat genoemd was naar de Italiaanse ontdekkingsreiziger Marco Polo. Hoewel Shuttleworth officieel te boek stond als toerist, keek hij niet alleen uit het raampje maar voerde ook experimenten uit voor wetenschappers in zijn vaderland.
Op 4 mei zat het bezoekje erop en maakten de drie gasten zich op om naar de aarde terug te keren. Op 5 mei om 00:31 uur GMT ontkoppelden Gidzenko, Vittori en Shuttleworth de Soyuz TM-33, waarin zij plaats hadden genomen, van de Pirs module van het station. Er was een goede reden voor dit ‘stuivertje wisselen’; nu hadden de vaste bewoners weer de beschikking over een verse Soyuz capsule en was de Pirs luchtsluis weer beschikbaar voor ruimtewandelingen. Een paar uur later, om 03:52 uur GMT, maakte de Soyuz TM-33 een behouden parachute landing 25 kilometer ten zuidoosten van de stad Arkalyk.

De kans dat onze landgenoot Andre Kuipers binnen een afzienbare tijd een ruimtevlucht zal gaan maken is een stuk kleiner geworden, nadat minister Zalm eind april bekend maakte daar geen geld voor uit te willen trekken. De enthousiaste Kuipers zou in het voorjaar van 2003 per Russische Soyuz een acht- tot tiendaagse vlucht naar het International Space Station maken, maar dat zal nu waarschijnlijk enkele jaren worden uitgesteld.
In tegenstelling tot een ‘echte ruimtetoerist’ zou Nederland maar 7,5 miljoen euro op tafel moeten leggen voor de vlucht; het restbedrag wordt betaald door de Europese ruimtevaartorganisatie ESA. In oktober zal de Belg Frank de Winne een soortgelijke vlucht in een Russische Soyuz maken.

Kunstmanen en satellieten

De Franse aardobservatie satelliet SPOT-5 werd op 4 mei door een Ariane-42P raket, de versie uit de Ariane-4 familie met twee opduwers op vaste brandstof, gelanceerd. Negentien minuten na de lancering kwamen de derde trap en SPOT-5 in een zonsychrone baan over de polen van de aarde. De hoogte van de baan boven het aardoppervlak varieerde tussen 794 en 813 kilometer. De hoek tussen het baanvlak en de evenaar was 98,74 graden. De door Astrium/Toulouse gebouwde SPOT-5 heeft een massa van drie ton, en het belangrijkste instrument aan boord is de HRVIR camera voor opnamen van de aarde met een resolutie van 2,5 meter.
De Idefix amateur radio apparatuur, bevestigd aan de derde trap van de Ariane raket, kwam samen met die trap in eenzelfde baan als SPOT-5. De Idefix apparatuur zal gebruikt worden door AMSAT-F, de Franse tak van de wereldwijde amateur radio organisatie.
Na deze lancering zijn er nog maar vier Ariane-4 vluchten gepland, waarna de Ariane-5 de scepter definitief zal overnemen.

Nog een aardobservatie satelliet werd een paar uur na de SPOT-5 gelanceerd. Het ging om Aqua van de Amerikaanse ruimtevaartorganisatie NASA. Aqua werd door een Delta-2 raket vanaf de basis Vandenberg op de westkust van de Verenigde Staten. De satelliet kwam in een baan tussen 676 en 687 kilometer hoogte, onder een hoek van 98,2 graden met de evenaar.
Aqua, gebouwd door TRW, heeft een massa van 2934 kilogram, en zal voornamelijk gebruikt worden om de waterhuishouding (oceaan, landwater, waterdamp en ijs) van de aarde te bestuderen.

Eindelijk werd op 7 mei de communicatie satelliet DirecTV-5 gelanceerd. De lancering vond plaats met een Proton-K raket vanaf de basis Baykonur in Kazachstan. Zeseneenhalf uur na de lancering leverde de Proton de satelliet af in een geostationaire overgangsbaan. Later zou DirecTV-5 haar eigen motor gebruiken om een geostationaire baan op 119 graden westerlengte te bereiken, waar de satelliet lijkt stil te hangen ten opzichte van het aardoppervlak. De lancering van de DirecTV-5 was oorspronkelijk gepland voor 2000, maar een bedrijfsovername, en het geen voorhanden zijn van een plaats op een Atlas-2AS raket, maakte het noodzakelijk om naar een Proton raket als lanceervoertuig over te stappen. Terwijl de satelliet gereed werd gemaakt voor de Proton-vlucht, ontstonden niet nader genoemde technische problemen met de satelliet die voor nog eens zes maanden extra vertraging zorgden.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
1 Apr 22:07 Kosmos-2388 Molniya Plesetsk Militair 2002-017A
8 Apr 20:19 Atlantis STS-110
S0-Truss
Shuttle KSC Ruimteveer
Module
2002-018A
16 Apr 23:02 NSS-7 Ariane-44L Kourou Communicatie 2002-019A
25 Apr 06:26 Soyuz TM-34 Soyuz-U Baykonur Bemand 2002-020A
4 Mei 01:31 SPOT-5
Idefix
Ariane-42P Kourou Aardobservatie
Amateurradio
2002-021A
2002-021B
4 Mei 09:45 Aqua Delta-2 Vandenberg Aardobservatie 2002-022A
7 Mei 17:00 DirecTV-5 Proton-K Baykonur Communicatie 2002-023A

Bericht uit de ruimte – Nummer 15

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Maandag 8 april werd de space shuttle Atlantis gelanceerd met zeven astronauten aan boord: Michael Bloomfield (commandant), Stephen Frick (piloot), Rex Walheim, Ellen Ochoa, Lee Morin, Jerry Ross en Steven Smith. Jerry Ross maakte zijn zevende ruimtevlucht en vestigde hiermee een nieuw record. Twee dagen later koppelde de Atlantis aan het International Space Station. Twee uur later werden de zeven astronauten van de Atlantis begroet door Yuri Onufrienko, Carl Walz en Daniel Bursch, die al sinds december 2001 aan boord van het station wonen.
Op 11 april begonnen de twee bemanningen met hun belangrijkste opdracht: de installatie van het S0-Truss. Het S0-Truss is een grote balk van 13,4 meter lengte, 4,6 meter breed en een massa van 12.247 kilogram, en vormt het centrale element van de grote balk waaraan later de Amerikaanse zonnepanelen worden bevestigd. Gedurende latere vluchten dus aan weerszijde van de S0-Truss nog eens vier delen bevestigd worden. Ellen Ochoa gebruikte de robotarm Canadarm2 om het S0-Truss voorzichtig uit het vrachtruim van de Atlantis te halen. Vervolgens werd het S0-Truss element bovenop de Destiny module geplaatst. Het element werd tijdelijk verankerd op de zogenaamde Lab Cradle Assembly.
Terwijl Ochoa met de robotarm aan het werk was, waren Smith en Walheim bezig hun ruimtepakken aan te trekken. Enkele minuten nadat de S0 op de Lab Cradle Assembly was geplaatst verlieten Smith en Walheim de Quest luchtsluis. Tijdens hun 7 uur en 48 minuten durende uitstapje, bevestigden ze twee van de vier balken die de S0-Truss stevig aan de Destiny module moeten verbinden. Vervolgens werden de electrische en koelmiddel verbindingen aangesloten tussen het Truss en de rest van het station.
Op 13 april voerden Jerry Ross en Lee Morin de tweede ruimtewandeling uit. Tijdens dit uitstapje, die 7 uur en 30 minuten duurden bevestigden ze de twee laatste steunbalken tussen de Destiny module en het S0-Truss. Ook werden de pinnen, die de S0-Truss tijdens de lancering stevig in het vrachtruim van de shuttle verankerd hadden, verwijderd.
Steve Smith en Rex Walheim gingen een dag later weer naar buiten. Hun belangrijkste taak was om de electrische bedrading van de Canadarm2 aan te passen, zodat deze robotarm op de transporter gebruikt kan worden. De transporter is een wagentje dat zich kan verplaatsen over rails op het S0-Truss. Later kan hiermee de robotarm over de gehele lengte van het Truss tot aan de grote zonnepanelen verreden worden. Deze derde ruimtewandeling nam 6 uur en 27 minuten in beslag.
Op 15 april werd een eerste test met de transporter uitgevoerd. Op afstand werd het wagentje naar verschillende posities op het S0-Truss gecommandeerd. Hoewel er in het begin een probleem was met het correct herkennen van de positie over het railstraject, werd de test succesvol afgerond.
Het luik van de Quest luchtsluis zwaaide op 16 april voor de vierde en laatste keer tijdens deze shuttlevlucht open. Jerry Ross en Lee Morin maakten een 6 uur en 37 minuten durende ruimtewandeling, gedurende welke ze een ladder tussen Quest en het S0-Truss monteerden. Deze ladder zal toekomstigste ruimtewandelaars in staat stellen, snel het Truss te bereiken. Ook werden enkele lampen en shock absorbers geïnstalleerd.
Met deze laatste ruimtewandeling waren alle taken van de Atlantis bemanning voltooid. Op 17 april namen ze afscheid van Yuri Onufrienko, Carl Walz en Daniel Bursch, die pas begin juni weer naar de aarde zullen terugkeren. Nadat de luiken gesloten waren, ontkoppelde de Atlantis en verwijderde zich. Na een veilige afstand te hebben bereikt, werd nog een inspectierondje om het ISS gevlogen, waarna de shuttle zich verwijderde.
Om 16:27 uur GMT op 19 april landde de Atlantis op de verharde baan van het Kennedy Space Center in Florida.

Op 20 april vlogen de drie ISS bewoners hun Soyuz TM-33 capsule van de Zarya naar de Pirs module. Dit zal de Soyuz TM-34 eind april in staat stellen aan de Zarya module te koppelen, waar doorgaans het Soyuz reddingsschip is aangemeerd. Omdat de bemanning die met de TM-34 naar het station zullen vliegen, met de TM-33 weer naar de aarde zullen terugkeren, is daarna de Pirs luchtsluis weer beschikbaar voor gebruik.

Op 12 april was het precies 41 jaar geleden dat de eerste bemande ruimtevlucht plaatsvond. De Rus Yuri Gagarin maakte toen een enkel rondje om de aarde in zijn Vostok-1 capsule. Die vlucht duurde 108 minuten.

Kunstmanen en satellieten

De communicatiesatelliet NSS-7 werd op 16 april door een Ariane-4 raket in een geostationaire overgangsbaan gebracht. De NSS-7 is eigendom van het in Den Haag gevestigde New Skies Satellite, zodat in de media van een ‘Nederlandse’ satelliet bericht werd. New Skies werd echter in 1998 opgericht als een dochteronderneming van Intelsat. De NSS-7 zal zichzelf in een geostationaire baan op 21,5 graden Westerlengte manoeuvreren. De satelliet is gebouwd door Lockheed Martin.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
1 Mrt 01:08 Envisat Ariane-5G Kourou Aardobservatie 2002-009A
1 Mrt 11:22 Columbia STS-109 Shuttle KSC Ruimteveer 2002-010A
8 Mrt 23:59 TDRS-I Atlas-2AS Cape Canaveral Communicatie 2002-011A
17 Mrt 10:21 GRACE F-1
GRACE F-2
Rokot Plesetsk Wetenschap
Wetenschap
2002-012A
2002-012B
19 Mrt 22:28 Kolibry-2000 Progress M1-7 Wetenschap 2001-051C
21 Mrt 20:13 Progress M1-8 Soyuz-FG Baykonur Logistiek 2002-013A
25 Mrt 14:15 Shenzhou-3 CZ-2F Jiuquan Prototype 2002-014A
29 Mrt 01:29 Astra-3A
JSCAT-8
Ariane-44L Kourou Communicatie
Communicatie
2002-015A
2002-015B
30 Mrt 17:25 Intelsat-903 Proton-K Baykonur Communicatie 2002-016A
1 Apr 22:07 Kosmos-2388 Molniya Plesetsk Militair 2002-017A
8 Apr 20:19 Atlantis STS-110
S0-Truss
Shuttle KSC Ruimteveer
Module
2002-018A
16 Apr 23:02 NSS-7 Ariane-44L Kourou Communicatie 2002-019A

Bericht uit de ruimte – Nummer 14

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Op zondag 24 maart koppelde om 20:58 uur GMT de Progress M1-8 aan de achterste koppelpoort van de Zvezda woonmodule van het International Space Station. De Progress M1-8 was drie dagen eerder vanaf de Russische basis Baykonur in Kazachstan gelanceerd met nieuwe voorraden voor de vierde expeditie, bestaande uit de Rus Yuri Onufrienko en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch. De dagen erna waren zij druk bezig met het uitladen van de voorraden en het opbergen ervan op diverse plaatsen in het ruimtestation, terwijl zij ook een oogje op de lopende experimenten hielden. De Progress M1-8 bracht 2,4 ton aan nuttige lading naar het station, zoals brandstof, voedsel, water, zuurstof, documentatie en Italiaanse en Zuidafrikaanse experimenten. Nadat de Progress M1-8 was aangekoppeld bedroeg de massa van het ISS 137,4 ton.
Dinsdag 26 maart was de 110-de dag in de ruimte voor de drie bewoners. Twee dagen later werd de robotarm van het station aan een test onderworpen ter voorbereiding van de installatie van het S0-Truss, dat in april door de shuttle Atlantis naar het ruimtestation zal worden gebracht.

De Volksrepubliek China lanceerde de derde onbemande testvlucht van een Shenzhou capsule op 25 maart. De lancering vond plaats om 14:15 uur GMT vanaf de basis Jiuquan in het noordwesten van China, en werd gadegeslagen door de Chinese president Jiang Zemin. Tien minuten later kwam de tweede trap en de Shenzhou in een baan om de aarde tussen 197 en 326 kilometer hoogte. De baan maakte een hoek van 42,4 graden met de evenaar. Kort daarna scheidde de Shenzhou zich van de tweede trap af. Rond 21:20 uur GMT had de Shenzhou met haar eigen motor haar baan verhoogd naar tussen 332 en 337 kilometer.
Net als de Russische Soyuz bestaat de Shenzhou uit een motorsectie, een terugkeercapsule en een baanmodule. De ruimtevaarders zitten tijdens lancering en landing in de terugkeercapsule. De capsule biedt waarschijnlijk ruimte aan drie inzittenden. De baanmodule stelt de ruimtevaarders meer leefruimte ter beschikking voor bijvoorbeeld het uitvoeren van experimenten. Op 1 april werd de baanmodule afgestoten en begon het overblijvende deel van de Shenzhou aan de landing. De baanmodule, waarin verschillende experimenten zijn ondergebracht, zal waarschijnlijk nog zo’n zes maanden in de ruimte blijven. De terugkeercapsule maakte om 8:51 uur GMT een geslaagde parachutelanding op de graslanden van Binnen-Mongolië.

Op 4 april werd de space shuttle Atlantis volgetankt voor de lancering die later voor die dag gepland stond. Anderhalf uur na het begin van het tanken, ontstond er een groot lek in een van de brandstofleidingen van het lanceerplatform. Vloeibare waterstof gutste langs het platform, en door puur geluk vond er geen spontane explosie plaats. Zo’n explosie had waarschijnlijk de Atlantis en het lanceerplatform vernietigd. Gelukkig waren er geen mensenlevens in gevaar gebracht omdat het lanceerplatform onbemand is gedurende het tanken. Later stelden technici vast dat een las onder de extreem koude temperatuur van de vloeibare waterstof opengescheurd was. De lancering van de Atlantis is uitgesteld naar 8 april zodat de leiding kan worden gerepareerd. De lancering zal plaatsvinden tussen 18 en 20 uur GMT (20 en 22 uur Nederlandse zomertijd).

Kunstmanen en satellieten

Op 25 en 26 maart nam de Europese Transportraad de definitieve beslissing om door te gaan met het Galileo project. Galileo bestaat uit een dertigtal satellieten in 23.600 kilometer hoge banen om de aarde. Het Galileo navigatiesysteem moet Europa onafhankelijk maken van het Amerikaanse GPS-systeem, dat nu veelal gebruikt wordt. Met het Galileo systeem is ook de civiele gebruiker in staat zijn positie tot op één meter nauwkeurig te bepalen, wat met het GPS-systeem alleen aan militaire gebruikers is voorbehouden. Galileo moet in 2008 operationeel worden.

Een Ariane-44L raket, de versie met vier opduwraketten op vloeibare brandstof, bracht op 29 maart twee communicatie satellieten in een geostationaire baan. Astra-3A is gebouwd door Boeing en is eigendom van het in Luxemburg gevestigde SES. De satelliet heeft een massa van 1495 kilogram, waarvan de helft brandstof. De tweede satelliet, JCSAT-8, is eigendom van Japan Satellite, en zal de oude JCSAT-2 vervangen. Ook JCSAT-8 is gebouwd door Boeing, en weegt 2600 kilogram. Hiervan is 1400 kilogram brandstof.

Rusland meest krachtige operationele raket, de Proton, vloog op 30 maart weer een commerciële missie. De Proton bracht de communicatie satelliet Intelsat-903 in een geostationaire baan. De Intelsat kunstmaan is gebouwd door SS/Loral en heeft een massa van 4726 kilogram. Zonder brandstof weegt de satelliet 2350 kilogram.

De Russische Kosmos-2388 werd op 1 april in een sterk elliptische baan gebracht door een Molniya-M raket. De lancering vond plaats vanaf Plesetsk in Noord-Rusland. Kosmos-2388 is een satelliet die lanceringen wereldwijd moet registreren, zodat militaire acties of vijandelijke aanvallen in een vroeg stadium vastgesteld kunnen worden. Er zijn geen gegevens bekend over de precieze baan waarin de Kosmos-2388 in terecht is gekomen. De satelliet is gebouwd door Lavochkin.

Op 6 april werd de Hubble Space Telescope weer volledig operationeel verklaard. De Hubble is in maart bezocht door de shuttle Columbia, en werd toen aan een grote onderhoudsbeurt onderworpen.

Het zonnestelsel in

Cassini heeft op 3 april een kleine koerscorrectie uitgevoerd. De manoeuvre was meer bedoeld om de motor in een goede conditie te houden, dan om de baan aan te passen. De hoofdmotor werd gedurende 9,8 seconden ontstoken. Cassini bevindt zich nu tussen Jupiter en Saturnus en heeft bijna drie miljard kilometer afgelegd sinds haar lancering in oktober 1997. Op 1 juli 2004 zal de sonde in een baan rond de geringde planeet moeten komen. Later zal Cassini de in Europa gebouwde Huygens-sonde loslaten, die op 14 januari 2005 in de atmosfeer van de Saturnusmaan Titan moet afdalen.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
1 Mrt 01:08 Envisat Ariane-5G Kourou Aardobservatie 2002-009A
1 Mrt 11:22 Columbia STS-109 Shuttle KSC Ruimteveer 2002-010A
8 Mrt 23:59 TDRS-I Atlas-2AS Cape Canaveral Communicatie 2002-011A
17 Mrt 10:21 GRACE F-1
GRACE F-2
Rokot Plesetsk Wetenschap
Wetenschap
2002-012A
2002-012B
19 Mrt 22:28 Kolibry-2000 Progress M1-7 Wetenschap 2001-051C
21 Mrt 20:13 Progress M1-8 Soyuz-FG Baykonur Logistiek 2002-013A
25 Mrt 14:15 Shenzhou-3 CZ-2F Jiuquan Prototype 2002-014A
29 Mrt 01:29 Astra-3A
JSCAT-8
Ariane-44L Kourou Communicatie
Communicatie
2002-015A
2002-015B
30 Mrt 17:25 Intelsat-903 Proton-K Baykonur Communicatie 2002-016A
1 Apr 22:07 Kosmos-2388 Molniya Plesetsk Militair 2002-017A

Bericht uit de ruimte – Nummer 13

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

De space shuttle Columbia keerde op dinsdag 12 maart terug naar de aarde. Om 9:31 uur GMT landde de oudste shuttle met haar zeven bemanningsleden op de verharde baan van het Kennedy Space Center in Florida. Hiermee kwam een eind aan missie STS-109, de vierde onderhoudsbeurt van de Hubble ruimtetelescoop.

Enkele uren later begon een paar kilometer van de landingsbaan, de space shuttle Atlantis aan het eerste deel van haar reis naar de ruimte. De Atlantis werd samen met haar twee opduwraketten en de grote brandstoftank op het mobiele lanceerplatform naar de zes kilometer verderop gelegen lanceerplaats gereden. Na een reis van bijna zes uur arriveerde de shuttle op lanceerplaats 39B, vlakbij de Atlantische kustlijn.
Op 4 april zal de shuttle Atlantis gelanceerd worden voor missie STS-110. Gedurende deze elfdaagse vlucht zal de S0-Truss (het centrale deel van de grote balk voor de zonnepanelen) met de Mobile Transporter aan het ISS bevestigd worden. De zeven astronauten aan boord van de shuttle zullen het eerste bezoek zijn voor de Expeditie-4 die nu aan boord van het station is.

Aan boord van het ruimtestation ISS waren de Rus Yuri Onufrienko en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch druk bezig om de vrachtcapsule Progress M1-7 vol te laden met afval en ongebruikte spullen. Op 19 maart werden de luiken tussen de Progress M1-7 en het station gesloten en even later ontkoppelde het vrachtschip. Terwijl de Progress M1-7 zich van het station verwijderde, werd een klein satellietje, Kolibry-2000, uitgezet. Dit 20,5 kilogram satellietje, beschikt over een deetjesdetector en een magnetometer om de ruimte direct boven Europa en Australië te onderzoeken. Ook zullen fysische processen in de stralingsgordels en het magnetisch veld van de aarde onderzocht worden. Nadat de Kolibry was uitgezet ontstak de Progress M1-7 zijn motoren en verbrandde even later in de bovenste lagen van de aardatmosfeer boven de Grote Oceaan.

Op 21 maart werd de Progress M1-8 gelanceerd. Op zondag 24 maart zal dit vrachtschip vastmaken aan de Zvezda module van het ruimtestation. Inmiddels is bekend geworden dat het verblijf van Onufrienko, Walz en Bursch aan boord van het ISS drie weken langer zal gaan duren. De lancering van de shuttle Endeavour, waarmee het drietal terug naar de aarde zal keren, is uitgesteld van 6 mei naar omstreeks 31 mei. Dit om de bemanning van de Endeavour extra trainingstijd te geven nadat vorige week besloten is om een van de scharnieren van de Canadese robotarm van het ruimtestation te vervangen. Hiervoor moet een extra ruimtewandeling gemaakt worden. Dit scharnier heeft al problemen gegeven sinds de arm geïnstalleerd werd in mei 2001. NASA gaat ervan uit dat de armproblemen de installatie van de S0-Truss volgende maand, niet zullen beïnvloeden, zodat de vlucht van de Atlantis gewoon door kan gaan.

De Chinese krant Wen Wei Po meldde op vrijdag 22 maart dat de derde testvlucht van de bemanbare Shenzhou capsule binnen enkele dagen van start zou kunnen gaan. Net als de twee eerdere testvluchten, in november 1999 en januari 2001, zal ook de Shenzhou-3 onbemand zijn. Onbevestigde bronnen meldden dat de eerste bemande vlucht van de Shenzhou staat gepland voor volgend jaar. Dan zal China na Rusland en de Verenigde Staten, de derde natie worden die zelfstandig een bemande ruimtereis onderneemt.

Kunstmanen en satellieten

De realisatie van het netwerk van Europese navigatiesatellieten, Galileo, is tijdens de ministerconferentie op 15 en 16 maart in Barcelona, weer een stap dichterbij gekomen. De verantwoordelijke staatshoofden en ministers hebben de Transportraad gevraagd om, tijdens hun volgende bijeenkomst op 25 en 26 maart, de nodige beslissingen te nemen en fondsen vrij te maken. Galileo bestaat uit een dertigtal satellieten in 23.600 kilometer hoge banen om de aarde. Het Galileo navigatiesysteem maakt Europa onafhankelijk van het Amerikaanse GPS-systeem, dat nu veelal gebruikt wordt. Met het Galileo systeem is ook de civiele gebruiker in staat zijn positie tot op één meter nauwkeurig te bepalen, wat met het GPS-systeem alleen aan militaire gebruikers is voorbehouden. Galileo moet in 2006 of 2007 operationeel worden.

Op 17 maart werd twee satellieten gelanceerd in het kader van het GRACE project. GRACE staat voor Gravity Recovery and Climate Experiment, en is een samenwerkingsverband tussen NASA en DLR, het Duitse Lucht- en Ruimtevaart instituut. De twee door Astrium gebouwde satellieten, die elk een halve ton wegen, werden door een Rockot raket vanaf het Plesetsk kosmodroom in Noord-Rusland in een cirkelvormige baan over de polen van de aarde gebracht. Op een hoogte van 500 kilometer zal het tweetal eens in de 95 minuten om de aarde cirkelen. Beide satellieten zijn uitgerust met een afstandbepalingssysteem gebasseerd op micro-golven. Hiermee kan een verandering in de afstand tussen de twee satellieten op 10 micrometer nauwkeurig bepaald worden. Wetenschappers willen met deze gegevens het gravitatieveld van de aarde nauwkeurig in kaart brengen. De GRACE missie moet minimaal vijf jaar gaan duren.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
16 Jan 00:30 Milstar-5 Titan-4B Cape Canaveral Militair 2002-001A
22 Jan 23:47 Insat-3C Ariane-42L Kourou Communicatie 2002-002A
4 Feb 02:45 MDS-1
DASH
VEP-3
H-2A Tanegashima Technologie
Technologie
Technologie
2002-003A
2002-003B
2002-003C
5 Feb 20:58 HESSI Pegasus-XL Cape Canaveral Astronomie 2002-004A
11 Feb 17:43 Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Delta-2 Vandenberg Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
2002-005A
2002-005B
2002-005C
2002-005D
2002-005E
21 Feb 12:43 Echostar-7 Atlas-3B Cape Canaveral Communicatie 2002-006A
23 Feb 06:59 Intelsat-904 Ariane-44L Kourou Communicatie 2002-007A
25 Feb 17:26 Kosmos-2387 Soyuz-U Plesetsk Militair 2002-008A
1 Mrt 01:08 Envisat Ariane-5G Kourou Aardobservatie 2002-009A
1 Mrt 11:22 Columbia STS-109 Shuttle KSC Ruimteveer 2002-010A
8 Mrt 23:59 TDRS-I Atlas-2AS Cape Canaveral Communicatie 2002-011A
17 Mrt 10:21 GRACE F-1
GRACE F-2
Rokot Plesetsk Wetenschap
Wetenschap
2002-012A
2002-012B
19 Mrt 22:28 Kolibry-2000 Progress M1-7 Wetenschap 2001-051C
21 Mrt 20:13 Progress M1-8 Soyuz-FG Baykonur Logistiek 2002-013A

Bericht uit de ruimte – Nummer 12

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het ISS wordt momenteel bewoond door de Rus Yuri Onufrienko en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch. Samen vormen ze de vierde expeditie die sinds december vorig jaar aan boord van het ruimtestation is.
Op 20 februari maakten Walz and Bursch een ruimtewandeling. Voor het eerst gedurende deze expeditie werd de Amerikaanse luchtsluismodule Quest gebruikt (de twee eerdere ruimtewandelingen vonden plaats vanuit de Russische Pirs). Beide ruimtewandelaars droegen dan ook Amerikaanse ruimtepakken. Gedurende de zes uur durende ruimtewandeling werden kabels en thermische dekens geïnstalleerd, dit ter voorbereiding van de installatie van het S0-Truss tijdens shuttle missie STS-110. Ook werd het functioneren van de luchtsluis getest, omdat tijdens de twee eerdere ruimtewandelingen vanuit Quest in juli 2001 enkele kleine probleempjes aan het licht waren gekomen. Maar met de vernieuwde procedures werkte alles goed en kan de luchtsluis gebruikt worden gedurende de volgende assemblagemissies.

Op 1 maart werd de oudste shuttle Columbia gelanceerd met zeven astronauten aan boord: commandant Scott Altman, piloot Duane Carey, en missie specialisten John Grunsfeld, Nancy Currie, Richard Linnehan, James Newman en Michael Massimino. Dit was de eerste shuttle vlucht in twee jaar die niets met het ISS programma te maken had. De astronauten zetten namelijk koers naar de Hubble ruimtetelescoop om deze aan een grote onderhoudsbeurt te onderwerpen. De Hubble werd in april 1990 in een baan om de aarde gebracht door de space shuttle Discovery. In 1993, 1997 en 1999 voerden shuttle bemanningen onderhoud en reparaties uit.
Kort nadat de Columbia in haar baan om de aarde was gekomen werd er een probleem ontdekt in het koelsysteem van de shuttle. Waarschijnlijk was er een verstopping ontstaan ergens in een van de radiatoren aan de binnenkant van de vrachtdeuren. Die radiatoren stralen de door apparatuur ontwikkelde warmte uit en voorkomen zo oververhitting. De verstopping had tot gevolg dat minder freon door de radiator stroomde en dat er dus minder warmte werd uitgestraald. Na een dag de situatie aangekeken te hebben en het probleem niet erger geworden was, besloot NASA dat de vlucht toch door kon gaan.
Twee dagen na de lancering vond de ontmoeting met de Hubble plaats. De Columbia vloog naast de ruimtetelescoop terwijl astronauten met de robotarm de Hubble vastpakten. Vervolgens werd de telescoop op een speciale tafel achter in het vrachtruim van de shuttle geplaatst en verankerd.
De eerste ruimtewandeling, er zouden er nog vier volgen, vond plaats op 4 maart. Ruimtewandelaars Grunsfeld en Linnehan maakte een ruimtelijk uitstapje van 7 uur en 1 minuut. Gedurende deze wandeling vervingen ze het zonnepaneel aan de stuurboordszijde van de Hubble. Het originele paneel was oprolbaar, terwijl het nieuwe uit twee panelen bestond die opengeklapt moesten worden. Het nieuwe paneel is stijver en men verwacht dat dit minder spanningen geeft als de Hubble in of uit de aardschaduw beweegt. Ook leveren de nieuwe panelen meer energie ook al zijn ze een derde kleiner. Het verwijderen van het oude paneel en de installatie van het nieuwe paneel verliep zonder problemen.
Een dag later gingen astronauten Newman en Massimino naar buiten. Tijdens hun 7 uur en 16 minuten durende ruimtewandeling vervingen ze het zonnepaneel aan de bakboordszijde van de Hubble en een van de gyroscopen. Ook werden nog enkele thermische dekens verwijderd zodat men tijdens latere ruimtewandelingen beter bij de apparatuur kan.
Op 6 maart vond de meest ingewikkelde ruimtewandeling gedurende deze shuttlevlucht plaats. Grunsfeld en Linnehan vervingen de Power Control Unit (PCU) van de Hubble. De PCU distribueert alle electriciteit afkomstig van de zonnepanelen naar de verschillende instrumenten. Toen in de jaren zeventig de Hubble ontworpen werd, lag het niet in de bedoeling de PCU tijdens een ruimtewandeling uit te wisselen. Maar in 1993 identifeerden technici een potentieel probleem in de PCU dat kon resulteren in het compleet falen van het electrische systeem, zodat de installatie van een nieuwe PCU noodzakelijk werd. Voor het uitwisselen van de PCU moest de Hubble voor het eerst in twaalf jaar helemaal uitgeschakeld worden. Vervolgens begonnen de ruimtewandelaars met het een voor een losschroeven van 36 electrische connectoren; een taak die niet makkelijker gemaakt werd door de dikke handschoenen van de ruimtepakken en de zeer geringe werkruimte om de PCU heen. De oude PCU kon zonder problemen verwijderd worden, waarna de nieuwe PCU in de plaats van de oude kwam. De 36 connectoren werden weer een voor een vastgeschroefd. Een spannend moment brak aan toen de Hubble weer aangezet werd, maar een eerste test liet zien dat de nieuwe PCU naar behoren werkte. Na een ruimtewandeling van 6 uur en 48 minuten zat het karwei erop en konden Grunsfeld en Linnehan weer naar binnen gaan.
De volgende dag was het weer de beurt aan Newman en Massimino die een ruimtewandeling van 7 uur en 30 minuten maakten. Gedurende dit uitstapje plaatste het tweetal de Advanced Camera for Surveys in de ruimtetelescoop. De nieuwe camera is vijf maal gevoeliger en levert een twee maal zo hoge resolutie als eerdere instrumenten in de telescoop.
De laatste ruimtewandeling vond plaats op 8 maart en werd uitgevoerd door Grunsfeld en Linnehan. Nu installeerden ze een nieuw koelsysteem voor de infraroodcamera van de Hubble. Het originele koelsysteem was defect geraakt in 1995 waardoor waarnemingen in het infrarode gebied van het spectrum onmogelijk werden. Ook deze ruimtewandeling werd zonder noemenswaardige problemen afgesloten.
De vlucht van de Columbia zat er nu bijna op. Op zaterdag 9 maart werd om 10:04 uur GMT de Hubble weer uitgezet in zijn baan. De Columbia vloog vervolgens een ‘inspectierondje’ om de ruimtetelescoop en verwijderde zich vervolgens tot op een veilige afstand. De landing van de Columbia staat op het moment van schrijven gepland voor dinsdag 12 maart om 9:30 uur GMT.

Op 4 april zal de shuttle Atlantis gelanceerd worden voor missie STS-110. Gedurende deze elfdaagse vlucht zal de S0-Truss (het centrale deel van de grote balk voor de zonnepanelen) met de Mobile Transporter aan het ISS bevestigd worden. De zeven astronauten aan boord van de shuttle zullen het eerste bezoek zijn voor de Expeditie-4 die nu aan boord van het station is.

Op 20 februari was het precies veertig jaar geleden dat John Glenn als eerste Amerikaan een drietal rondjes rond de aarde draaide. Zijn ruimtevlucht in de Mercury-Atlas 6 duurde 4 uur en 55 minuten. Een jaar eerder hadden twee van zijn collega’s al ruimtesprongen tot 180 kilometer hoogte gemaakt, maar de vlucht van Glenn wordt algemeen beschouwd als de eerste echte bemande ruimtevlucht van een Amerikaan.

Kunstmanen en satellieten

De tweede Atlas-3 raket werd gelanceerd vanaf Cape Canaveral in Florida op 21 februari. In tegenstelling tot de eerste lancering van een Atlas-3 in mei 2000, beschikte deze raket over een verlengde Centaur trap, waardoor de raket de aanduiding ‘Atlas-3B’ kreeg om hem te onderscheiden van zijn voorganger. De Centaur wordt al meer dan dertig jaar gebruikt als bovenste trap van diverse modellen Atlas en Titan raketten. Beide raketfamilies worden gebouwd door Lockheed Martin.
De Centaur van de Atlas-3B is 1,65 meter langer dan zijn voorganger en kan dus meer brandstof meenemen. Hierdoor is de Atlas-3B in staat ongeveer 450 kilogram meer lading in de ruimte te brengen. Deze nieuwe ‘Common Centaur’ zal ook gebruikt worden op alle versies van de nieuwe Atlas-5 raket, die in mei voor het eerst zal vliegen. Lockheed Martin meldde dat met de succesvolle vlucht van de Atlas-3B 85 procent van alle onderdelen van de Atlas-5 getest zijn gedurende een echte lancering. Zo gebruikt de Atlas-5 ook dezelfde motoren in de eerste trap als de Atlas-3, namelijk de Russische RD-180.
Bij deze lancering was een commerciële lading aan boord, namelijk de communicatie satelliet Echostar-7. Deze door Lockheed Martin gebouwde satelliet, met een massa van bijna vier ton, werd in een geostationaire baan boven de evenaar op 119 graden Westerlengte geplaatst. Echostar-7 zal pay-TV uitzendingen gaan verzorgen voor abonnees van het Dish Network in de Verenigde Staten.

Op 23 februari bracht een Ariane-4 raket de communicatiesatelliet Intelsat-904 in de ruimte. Hiervoor werd de Ariane-44L versie van de raket gebruikt, met vier opduwers op vloeibare brandstof die aan de eerste trap zijn bevestigd. De lancering vond plaats om 06:59 uur GMT vanaf de Europese lanceerbasis bij Kourou in Frans-Guyana. Intelsat-904 werd door de raket in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. Later gebruikte de satelliet haar eigen apogee-motor om de geostationaire positie boven de evenaar op 60 graden Oosterlengte te bereiken. Intelsat-904 woog iets meer dan viereneenhalve ton bij lancering, waarvan de helft brandstof voor de apogee-motor en het standregelingssysteem. De satelliet is gebouwd door Space Systems/Loral en de zonnepanelen hebben in volledige ontplooide toestand een spanwijdte van meer dan dertig meter. C-band en Ku-band transponders zorgen voor communicatie zoals internet, televisie, telefoon en netwerkverbindingen.

Rusland lanceerde een militaire satelliet, onder de naam Kosmos-2387, op 25 februari met een Soyuz-U raket vanaf de basis Plesetsk in Noord-Rusland. Kosmos-2387 is een spionage satelliet gebouwd door TsSKB-Progress in Samara. Aan boord zijn twee kleine film capsules en een grote landingsmodule waarmee de film naar de aarde getransporteerd kan worden. De vorige missie van dit type, Kosmos-2377, vloog van mei tot oktober 2001.

Arianespace boekte weer een succes met de geslaagde lancering van de eerste Ariane-5 nadat in juli 2001 een Ariane-5 twee satellieten in een te lage baan afleverde. Nu ging alles goed en bracht de raket haar lading, de Europese aardobservatie satelliet Envisat, in een polaire baan op 780 kilometer boven het aardoppervlak.
Het Envisat project begon oorspronkelijk als een onbemand polair platform dat gelanceerd zou worden als onderdeel van het Amerikaanse ruimtestation Freedom. Toen begin jaren negentig Freedom evolueerde naar het huidige ISS, besloot Amerika het polaire platform te schrappen. Europa ging vervolgens op eigen houtje door en ontwikkelde de Envisat satelliet, met 2,1 miljard Euro de duurste satelliet ooit gebouwd in Europa. Envisat gebruikt een nieuwe modulaire structuur, ontwikkeld door Matra Marconi Space/Bristol, terwijl Astrium (Dornier) de hoofdaannemer was. De satelliet heeft een massa van 7911 kilogram en heeft 300 kilogram hydrazine aan boord voor baancorrecties.
De ASAR radar antenne is 1,3 bij 10 meter groot. Envisat heeft ook atmosferische radiometers en spectrometers en een radar hoogtemeter aan boord. Met deze apparatuur hopen wetenschappers de samenstelling van atmosfeer en bodem van de aarde, alsmede de invloed van het menselijk handelen daarop, vast te kunnen stellen.

Op 8 maart werd een Tracking and Data Relay Satellite (TDRS) gelanceerd voor NASA. De lancering vond plaats met een Atlas-2AS raket van Lockheed Martin vanaf de lanceerbasis Cape Canaveral in Florida. Dertig minuten na de lancering werd de TDRS-I satelliet in een geostationaire overgangsbaan geplaatst. Verwacht wordt dat na tien dagen de satelliet haar geostationaire positie op 150 graden Westerlengte bereikt. NASA gebruikt de TDRS voor de communicatie tussen shuttles, het ruimtestation en diverse wetenschappelijke satellieten in een baan om de aarde.

Het zonnestelsel in

De Mars Odyssee bevindt zich nu in haar operationele observatiebaan om de rode planeet op 400 kilometer hoogte. Wetenschappers van NASA maakten op 1 maart bekend dat de sonde significante hoeveelheden water heeft aangetroffen rondom de zuidpool van de planeet. Het water zou als permafrost op ongeveer een meter diepte in de bodem zitten.

Op vrijdag 1 maart stuurden wetenschappers van het Jet Propulsion Laboratory een signaal naar de Pioneer-10 sonde, die toen 11.9 miljard kilometer van de aarde verwijderd was. Tweeëntwintig uur later werd met de 70-meter radioantenne nabij Madrid, Spanje, een zwak antwoord van de Pioneer-10 opgevangen.
Pioneer-10 werd op 2 maart 1972 gelanceerd en vloog als eerste sonde door de astroïdengordel en langs Jupiter. Na de passage van de grootste planeet van ons zonnestelsel vloog de Pioneer-10 steeds verder van de zon af, richting de sterren. In 1983 passeerde ze de baan van Neptunus, en verliet als eerste ruimtevaartuig het zonnestelsel.
NASA verloor het contact met de Pioneer-10 in augustus 2000, maar slaagde er in april en juli vorig jaar nog in met de oude sonde te communiceren. Met het in 1973 gelanceerde zusterschip Pioneer-11, die langs Jupiter en Saturnus vloog, is al sinds 1995 geen contact meer geweest. Nog twee andere ruimtesondes zijn op weg naar de sterren, de in 1977 gelanceerde Voyager 1 en 2. Voyager 1 is momenteel het verst van de zon verwijderd op 12,5 miljard kilometer.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
16 Jan 00:30 Milstar-5 Titan-4B Cape Canaveral Militair 2002-001A
24 Jan 23:47 Insat-3C Ariane-42L Kourou Communicatie 2002-002A
4 Feb 02:45 MDS-1
DASH
VEP-3
H-2A Tanegashima Technologie
Technologie
Technologie
2002-003A
2002-003B
2002-003C
5 Feb 20:58 HESSI Pegasus-XL Cape Canaveral Astronomie 2002-004A
11 Feb 17:43 Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Delta-2 Vandenberg Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
2002-005A
2002-005B
2002-005C
2002-005D
2002-005E
21 Feb 12:43 Echostar-7 Atlas-3B Cape Canaveral Communicatie 2002-006A
23 Feb 06:59 Intelsat-904 Ariane-44L Kourou Communicatie 2002-007A
25 Feb 17:26 Kosmos-2387 Soyuz-U Plesetsk Militair 2002-008A
1 Mrt 01:08 Envisat Ariane-5G Kourou Aardobservatie 2002-009A
1 Mrt 11:22 Columbia STS-109 Shuttle KSC Ruimteveer 2002-010A
8 Mrt 23:59 TDRS-I Atlas-2AS Cape Canaveral Communicatie 2002-011A

Bericht uit de ruimte – Nummer 11

Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de twee weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).

Mensen in de ruimte

Het ruimtestation ISS verloor op 4 februari de controle over de standregeling, toen een computer in de Russische woonmodule Zvezda crashte. Hierdoor kregen de vier gyroscopen in het Z1-Truss geen informatie meer omtrent de standregeling van het station. Om 13:18 uur begon het ISS langzaam te tuimelen, waardoor de zonnepanelen niet langer op de Zon gericht waren. Door het gebrek aan electriciteit werden alle experimenten uitgeschakeld, en alle systemen gingen in de zogenaamde “overlevingsmodus.” Gelukkig was de driekoppige bemanning in staat om de zonnepanelen handmatig aan te sturen en op de Zon te richten, zodat de batterijen weer konden worden opgeladen. Om 18:43 uur was de situatie in zoverre hersteld dat het standregelingsysteem van het station weer operationeel was. Later op die dag waren de meeste systemen en experimenten weer opgestart.

Het ISS wordt momenteel bewoond door de Rus Yuri Onufrienko en de Amerikanen Carl Walz en Daniel Bursch. Op 20 februari zullen Walz en Bursch een ruimtewandeling uitvoeren. Hiervoor zullen ze de Amerikaanse luchtsluis Quest gebruiken. Gedurende hun ruimtewandeling zullen ze voorbereidend werk verrichten ten behoeve van de installatie van de S0-Truss in april.

De eerstvolgende shuttle vlucht staat gepland voor 28 februari 2002 als de Columbia missie STS-109 zal uitvoeren. De shuttle staat inmiddels op lanceercomplex 39A. Gedurende de elfdaagse vlucht zullen de zeven ruimtevaarders onderhoud verrichten aan de Hubble ruimtetelescoop. Hiervoor zullen maar liefst vijf ruimtewandelingen gemaakt worden.

Op 4 april zal de shuttle Atlantis gelanceerd worden voor missie STS-110. Gedurende deze elfdaagse vlucht zal de S0-Truss (het centrale deel van de grote balk voor de zonnepanelen) met de Mobile Transporter aan het ISS bevestigd worden. De zeven astronauten aan boord van de shuttle zullen het eerste bezoek zijn voor de Expeditie-4 die nu aan boord van het station is.

De verwachte lancering van een derde Shenzhou ruimtecapsule door China is tot nu toe uitgebleven. De reden hiervoor is onduidelijk, mede doordat China haar lanceringen niet van te voren aankondigt. De Shenzhou, sterk gelijkend op de Russische Soyuz, moet de Volksrepubliek in staat stellen de derde natie te worden die zelfstandig mensen in de ruimte kan brengen. In november 1999 en januari 2001 werden respectievelijk de Shenzhou-1 en -2 gelanceerd voor een succesvolle onbemande testvlucht. De eerste bemande vlucht van een Shenzhou wordt in 2004 of 2005 verwacht. China heeft in het verleden al aangegeven dat het op de langere termijn zelfstandig een ruimtestation wil bouwen.

Kunstmanen en satellieten

Japan lanceerde op 4 februari haar tweede H2A raket. De vlucht van de raket was zelf succesvol, maar helaas kon een van de satellieten, DASH, zich niet losmaken van de bovenste trap. Later onderzoek wees uit dat de oorzaak lag in een bedradingsfout in het electrische systeem van DASH. DASH (Demonstrator of Atmospheric Reentry System and Hypervelocity) is gebouwd door de Japanse wetenschappelijke ruimtevaartorganisatie ISAS, en had re-entry technieken moeten demonstreren voor de Muses-C plantoïdenverkenner.
Wel leverde de raket een experimentele satelliet, MDS-1 (Mission Demonstration Satellite), keurig netjes in de geplande baan af. MDS-1 is gebouwd door NEC voor de Japanse ruimtevaartorganisatie NASDA en heeft tot doel diverse nieuwe technologieën te demonstreren. MDS-1 weegt 449 kilogram.
Aan boord van de H2A was ook een instrumentenpakket, onder de naam VEP-3, dat het milieu registreerde waaraan de satellieten werden blootgesteld gedurende de lancering.

HESSI, een astronomische satelliet voor de observatie van röntgenstraling van onze Zon, werd op 5 februari door een Pegasus raket gelanceerd. Het L-1011 Stargazer vliegtuig wierp om 21:58 uur MET de Pegasus raket af van onder haar vleugel, en vijf seconden later werd de motor van de eerste trap ontstoken. Negen minuten later plaatste de derde trap de 304 kilogram wegende HESSI in een baan tussen 588 en 609 kilometer boven het aardoppervlak. De hoek met de evenaar was 38 graden.

Op 11 februari bracht een Delta-2 raket vijf Iridium satellieten in een baan om de aarde. De satellieten zijn gebouwd door Motorola en zijn bedoeld als reserves als een van de oudere satellieten in het Iridium netwerk mocht uitvallen. Het Iridium netwerk bestaat uit elf groepen van zes satellieten die in lage banen om de aarde draaien. Zodoende moet op een willekeurige plaats op de aarde altijd minimaal een satelliet boven de horizon zijn. Het Iridium netwerk wordt gebruikt voor mobiele diensten.

Recente lanceringen

Datum Tijd Satelliet Draagraket Lanceerplaats Opmerkingen IntNat. Nr.
16 Jan 00:30 Milstar-5 Titan-4B Cape Canaveral Militair 2002-001A
24 Jan 23:47 Insat-3C Ariane-42L Kourou Communicatie 2002-002A
4 Feb 02:45 MDS-1
DASH
VEP-3
H-2A Tanegashima Technologie
Technologie
Technologie
2002-003A
2002-003B
2002-003C
5 Feb 20:58 HESSI Pegasus-XL Cape Canaveral Astronomie 2002-004A
11 Feb 17:43 Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Iridium
Delta-2 Vandenberg Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
Communicatie
2002-005A
2002-005B
2002-005C
2002-005D
2002-005E