Bericht uit de ruimte is een periodieke nieuwsbrief met een overzicht van het actuele ruimtevaartnieuws, en verschijnt ongeveer om de drie weken. De in de nieuwsbrief genoemde tijden zijn gegeven in GMT (Greenwich Mean Time).
Mensen in de ruimte
Aan het begin van het nieuwe jaar werd het International Space Station bewoond door de Amerikaan Michael Foale en de Rus Aleksandr Kaleri, die samen Expeditie-8 vormen. Het ruimteschip Soyuz TMA-3 was gekoppeld aan de Pirs module, en de vrachtcapsule Progress M-48 zat vast aan de achterste koppelpoort van de Zvezda woonmodule.
In de eerste week van januari bleek dat de luchtdruk in het station geleidelijk daalde, wat duidde dat er ergens in het complex een klein lek aanwezig was. Op 11 januari werd het lek eindelijk gelokaliseerd in een slang verbonden met het grote venster in het Destiny laboratorium. De slang wordt gebruikt om de lucht te ventileren tussen de verschillende glasbladen waaruit het venster is opgebouwd, om zo condensatie te voorkomen. Foale slaagde erin het lek te dichten, waarna het station weer op de normale luchtdruk werd gebracht.
De Progress M-48 ontkoppelde op 28 januari om 08:36 uur. Twee omlopen later ontstak de Progress M-48 haar motoren en verbrandde korte tijd later in de atmosfeer boven de Grote Oceaan.
Daags daarna werd de Progress M1-11 gelanceerd en op 31 januari om 13:15 uur koppelde deze aan de achterste koppelpoort van de Zvezda module. De Progress M1-11 bracht nieuwe voorraden naar het ruimtestation, twee nieuwe Russische Orlan-M ruimtepakken, rendez-vous apparatuur voor de in 2005 te lanceren Europese bevoorrader ATV. Aan boord bevond zich ook het experimentenpakket die de Nederlander Andre Kuipers zal gaan gebruiken in het kader van de DELTA-missie in april.
Op 14 januari presenteerde de Amerikaanse president George W. Bush de toekomstvisie voor het Amerikaanse bemande ruimtevaartprogramma. Hoewel het plan weer een duidelijk doel aan de NASA activiteiten kan geven, lijkt het aan de financiële ondersteuning te mankeren, en zijn er ook geen definitieve data vastgesteld waarop de doelstellingen verwezenlijkt zou moeten zijn. Sommige analisten suggereren dan ook dat deze toekomstvisie eerder gezien moet worden in het kader van de verkiezingsstrijd van de volgende Amerikaanse president later dit jaar. Hieronder enkele details van het gepresenteerde plan (naar J. McDowell):
- Onbemande maansondes en landers vanaf 2008.
- Een nieuw te ontwikkelen Crew Exploration Vehicle (CEV) zal onbemand getest gaan worden vanaf 2008. De ontwikkeling van de CEV staat inmiddels bekend als Project Constellation.
- De assemblage van het internationale ruimtestation ISS wordt afgerond in 2010.
- Vervolgens zal de space shuttle in 2010 uit de actieve dienst genomen worden.
- De CEV zal vanaf 2014 bemande vluchten naar het ISS gaan uitvoeren. In de vier jaar tussen het uit de vaart nemen van de shuttle en de ingebruikname van CEV, zullen bemanningen van en naar het ISS getransporteerd worden door middels van niet-Amerikaanse ruimteschepen zoals de Russische Soyuz.
- CEV zal bemande maanmissies gaan uitvoeren ergens tussen 2015 en 2020.
- Er is geen Amerikaans budget voorzien voor het ISS programma na 2016.
- Bemande missies naar Mars en verder nadat de terugkeer van mensen naar de maan verwezenlijkt is.
- Internationale participatie is gewenst (doch niet nadrukkelijk).
- Het budget van NASA (jaarlijks 15 miljard dollar) wordt verhoogd met 1 miljard dollar per kalenderjaar. De rest van het benodigde geld zal verkregen moeten worden door het o.a. vroegtijdig beëindigen van de shuttle en ISS programma’s.
Op 16 januari maakte NASA bekend dat de vierde en vijfde servicevlucht van de shuttle naar de Hubble ruimtetelescoop geannuleerd zijn. De reden hiervoor is dat na het ongeluk met de Columbia alle shuttlevluchten naar het ISS zullen gaan, zodat de bemanning een veilig heenkomen kunnen zoeken mocht de shuttle niet in staat zijn terug te keren naar de aarde. Men verwacht dat de ruimtetelescoop nog drie tot vier jaar zal kunnen blijven functioneren. Omstreeks 2011 zal de Hubble een ongecontroleerde terugkeer in de aardse dampkring maken en grotendeels opbranden.
Het zonnestelsel in
Op 4 januari om 04:35 uur GMT is de Amerikaanse rover Spirit succesvol op Mars geland in de Gusev krater. De Spirit was direct vanuit haar interplanetaire baan met meer dan 19.000 kilometer per uur de atmosfeer binnengevlogen waarna een parachute en airbags voor een zachte landing zorgden. Tijdens de afdaling werden de signalen van Spirit gerelayeerd door de Mars Global Surveyor en Mars Odyssee kunstmanen in een baan rond de rode planeet, zodat vluchtleiders het verloop van de afdaling konden volgen. Door de afstand tussen Mars en aarde duurde het 9 minuten en 28 seconden voor het signaal bij de aarde aankwam.
Na de landing bleek dat Spirit was met de bodemplaat naar beneden tot stilstand gekomen, wat het intrekken van de airbags en het openklappen van de zijpanelen alleen maar makkelijker maakte. Binnen een uur was dit gebeurd en begon Spirit met het maken van de eerste foto’s van het landingsterrein.
Op 15 januari rolde de Spirit van het landingsplatform op het oppervlak. Drie dagen later begon de eerste tocht van bijna drie meter naar de eerste steen die vervolgens van dichtbij onderzocht werd. Vanaf 21 januari ontstonden er echter communicatieproblemen met de Spirit. Na enkele dagen ontdekten vluchtleiders dat een software probleem ervoor zorgde dat de boordcomputer bijna continu herstartte. Het bleek dat het geheugen te vol stond met wetenschappelijke metingen, en nadat reeds verzonden gegevens werden verwijderd was het probleem opgelost.
Vanaf 29 januari kon Spirit weer enkele waarnemingen en nieuwe foto’s doorsturen. Nadat het onderzoek van de steen was afgerond, vervolgde Spirit op 9 februari haar weg. Het eerstvolgende doel is de Bonneville krater, ongeveer 340 meter van de landingsplaats. Op 12 februari had de rover 58 meter afgelegd.
Op 25 januari om 5:05 uur GMT maakte de Opportunity eenzelfde succesvolle landing als de Spirit 21 dagen eerder. De Opportunity kwam neer op Meridiani Planum, ongeveer de halve planeetomtrek van de Spirit verwijderd. Na de landing bleek dat de Opportunity precies in een kratertje met een middellijn van ongeveer 22 meter terecht was gekomen.
Nu ging alles een stuk sneller, mede dank zij de lessen geleerd van de Spirit, en al op 31 januari kon de Opportunity van het landingsplatform het oppervlak oprijden. De dagen erna gebruikte Opportunity haar instrumenten om de kratervloer waar zij op geland was nader te bestuderen. Vanaf 7 februari begon de rover met het bestuderen van een rotslaag die uit de wand van de krater steekt.
Op 30 december en 4 januari maakte de Europese sonde Mars Express twee belangrijke manoeuvres om in een polaire baan om de rode planeet te komen. Vanuit deze nieuwe baan had de Mars Express een beter zicht op de landingsplaats van de Beagle-2, maar helaas werden geen signalen van de vermiste lander ontvangen, zodat moet worden aangenomen dat deze als verloren kan worden beschouwd.
Vanaf 5 januari begon de Mars Express met het verrichten van wetenschappelijke waarnemingen en het maken van de eerste hoge resolutiefoto’s. Al twee weken na de aanvang van het wetenschappelijke programma, konden wetenschappers onomstotelijk de aanwezigheid van waterijs in de zuidelijke poolkap vaststellen. Al in 2002 had de Amerikaanse Mars Odyssee sporen van het element waterstof gevonden, maar tot dusver dacht men dat al het water alleen in permafrostlagen enkele meters onder het oppervlak van Mars voorkwam.
Op 2 januari passeerde de Amerikaanse sonde Stardust de kern van komeet 81P/Wild-2 op een afstand van 230 kilometer. De dichtste nadering vond plaats om 19:22 uur GMT, terwijl Stardust een relatieve snelheid ten opzichte van de komeet van 6 kilometer per seconde had. Op het moment van de passage was de sonde 389 miljoen kilometer van de aarde verwijderd. Stardust nam 72 foto’s van de komeetkern, waarbij ook enkele actieve jets (uitstromingen van gas en stof) werden vastgelegd.
Gedurende de passage had Stardust haar belangrijkste instrument ontplooid, namelijk een met areogel gevulde collector waarmee stofdeeltjes rondom de komeet verzameld werden. In januari 2006 zal een kleine capsule met de collectoren op aarde landen zodat wetenschappers de stofdeeltjes in laboratoria kunnen onderzoeken.
Recente lanceringen
- 28 Dec 2003 – 23:00 GMT – Lanceerplaats: Baykonur – Draagraket: Proton-K
- Express AM-22 – Massa: 2600 kg – Int. Nr.: 2003-060A
Communicatiesatelliet die in een geostationaire baan op 53 graden oosterlengte geplaatst werd. De Express AM-22 is de eerste van een serie van vijf kunstmanen die tot 2005 gelanceerd zullen worden. De kunstmanen zijn gebouwd door NPO PM en Alcatel Space.
- Express AM-22 – Massa: 2600 kg – Int. Nr.: 2003-060A
- 29 Dec 2003 – 19:06 GMT – Lanceerplaats: Xichang – Draagraket: CZ (Lange Mars)-2C
- Tan Ce-1 – Massa: 330 kg – Int. Nr.: 2003-061A
Tan Ce-1 (Chinees voor sonde) is de eerste van een tweetal Chinees-Europese kunstmanen die het aardmagnetisch veld moeten gaan bestuderen. De kunstmaan kwam in een sterk elliptische baan tussen 555 en 78.051 kilometer terwijl de hoek met de evenaar 28,5 graden bedroeg.
In Europa staat de kunstmaan ook bekend als Double Star-1. In juni 2004 moet een tweede kunstmaan in een polaire baan, dus haaks op de eerste, worden gebracht. Beide kunstmanen zullen met de vier in 2000 gelanceerde Europese Cluster satellieten waarnemingen verrichten.
- Tan Ce-1 – Massa: 330 kg – Int. Nr.: 2003-061A
- 11 Jan 2004 – 04:13 GMT – Lanceerplaats: Odyssee Platform (Grote Oceaan) – Draagraket: Zenit-3SL
- Estrela do Sul-1 – Massa: 4694 kg – Int. Nr.: 2004-001A
Communicatiesatelliet die in een geostationaire baan op 63 graden westerlengte geplaatst werd. Estrela do Sul-1 is gebouwd door Space Systems/Loral en is gebaseerd op de LS-1300 bus. De kunstmaan wordt geopereerd door Loral Skynet do Brasil. Na de lancering werd bekend dat een van de zonnepanelen zich niet helemaal ontvouwd had, en dat hierdoor de kunstmaan niet optimaal benut zal kunnen worden.
- Estrela do Sul-1 – Massa: 4694 kg – Int. Nr.: 2004-001A
- 29 Jan 2004 – 11:58 GMT – Lanceerplaats: Baykonur – Draagraket: Soyuz-U
- Progress M1-11 – Massa: 7283 kg – Int. Nr.: 2004-002A
Onbemand Russisch bevoorradingsschip voor het ruimtestation ISS (zie Mensen in de ruimte). De Progress M1-11 koppelde op 31 januari aan de achterste koppelpoort van de Zvezda module van het ISS.
- Progress M1-11 – Massa: 7283 kg – Int. Nr.: 2004-002A
- 5 Feb 2004 – 23:46 GMT – Lanceerplaats: Cape Canaveral – Draagraket: Atlas-2AS
- AMC-10 – Massa: 2340 kg – Int. Nr.: 2004-003A
Communicatiesatelliet die in een geostationaire baan op 135 graden westerlengte geplaatst werd. De kunstmaan is gebouwd door Lockheed Martin en gebaseerd op het A2100 bus ontwerp. AMC-10 wordt geëxploiteerd door SES Americom in de VS.
- AMC-10 – Massa: 2340 kg – Int. Nr.: 2004-003A
- 14 Feb 2004 – 18:50 GMT – Lanceerplaats: Cape Canaveral – Draagraket: Titan-4B-IUS
- DSP-22 – Massa: 2380 kg – Int. Nr.: 2004-004A
Amerikaanse militaire satelliet bedoeld voor het vroegtijdig opsporen van raketlanceringen en nucleaire explosies wereldwijd. De door Nortrop Grumman gebouwde kunstmaan werd in een geostationaire baan gebracht. Dit was tevens de laatste vlucht van de Inertial Upper Stage (IUS).
- DSP-22 – Massa: 2380 kg – Int. Nr.: 2004-004A